Japie

8 juli 2009

banjo stemmen paradiso08-07-2009

Japie

Het moet 1967 geweest zijn. Joost kwam met hem aanzetten: een niet al te grote jongen met dikke lippen en krullend haar, die een instrument uitpakte waar we nog nooit van gehoord hadden.

foto Molly Mackenzie

Japie bespeelde niet een banjo waar ze in de jazz ritmisch akkoorden op aansloegen, maar eentje met een hele lange hals en vijf snaren. De bovenste ervan stemde hij op de kwint van de grondtoon van de liedjes die we speelden en bleef die bij alle akkoorden wisselingen onveranderd aanslaan. Wij waren verbijsterd, maar al spoedig bleek dat hij er op de meest fantastische manieren op spelen kon, wat een prachtig effect had. Japie bracht niet alleen zijn banjo, maar ook een heel repertoire traditionele Amerikaanse folksongs mee, die hij van de platenverzameling van zijn vader haalde. Bovendien kon hij zingen. In die jaren was hij binnen de band een timide mannetje en had hij nog niet de grote mond waarmee hij later de band door heel wat moeizaam begonnen of zich voortslepende optredens heen hielp. Hij zat op de grafische school (jaren later zou hij de prachtige hoezen ontwerpen van de LP’s CCC Van Beusekom en De Orde met Bram Vermeulen en Doe Maar)

en daarna volgde hij de HBS, waarbij hij door de andere bandleden geholpen werd met bijlessen en overhoringen. Hij was ook net wat jonger, 17 of 18, en altijd, ook al werd ie later brutaler, de benjamin van de band. Zijn vader was dominee. En zo, iets wat wij ons toen niet realiseerden, hadden we in de band de combinatie van een Jood, een Indo, een Katholiek en, verdomd, een echte Protestant. Later zou er nog de zoon van een ware socialist bijkomen: onze in 1998 overleden gitarist Jan Kloos.
Met Huib vormde Japie de sector in de band waar alleen gedronken werd en dan vooral bier. Joost en Ernst waren van de stuff en Jan was een tussengeval, die at van beide walletjes. Japie had ook een praktische inslag. Via de contacten van zijn vader kregen wij onze eerste optredens: in een protestantse jeugdsoos, de Thomaskelder, en bij een Kerstdienst, geleid door zijn vader in de Oude Kerk.
Japie ging al die meegebrachte nummers zelf zingen en Joost en hij ontwikkelden zich tot de eigenlijke zangers van de band. Daarbij ging Japie prat op zijn vlekkeloze Amerikaanse accent en, inderdaad, wat klonk ie overtuigend. Later kwamen we erachter dat het vaak volstrekte onzin was, dat ie maar wat deed, het betekende niks. Als het maar lekker klonk, net zo authentiek als de platen van zijn vader.
Er kwamen meer optredens en het repertoire was inmiddels immens. Op allerlei papiertjes stonden de titels van zo’n 250 songs, waaruit we tijdens optredens na ieder nummer in lange, open discussies telkens weer opnieuw een keuze maakten. Een optreden van vier keer een uur was in die tijd voor ons niets ongewoons, als een nummer lekker ging speelden we het later op de avond gewoon nog een keer. Echt geoefend werd er ook niet, de nummers werden alsmaar achter elkaar gespeeld, iemand zette in en de rest volgde, enzovoort. Het kon ons allemaal niks schelen. We stortten ons gewoon met zijn allen in een lied, elk gat dat er in de muziek viel werd enthousiast gevuld en, het moet gezegd, Japie was de snelste, wist overal in en tussendoor te kruipen en dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Er kwam via Japie’s relatie met toen nog dominee Karel Eykman een opdracht van het Ikon om muziek te maken voor een programma op teksten van Judith Herzberg. De liedjes werden gezongen door Sandra Reemer. Het aantal optredens steeg gestaag en ze gingen steeds beter. Ze waren altijd al informeel geweest, maar langzamerhand evolueerden ze tot de feesten waar de CCC beroemd mee werd. Altijd onverwacht, niemand wist waar een optreden toe zou leiden. Als er een van de bierdrinkers moest pissen ging de rest gewoon door, of improviseerde een tijdje onbekommerd op een toevallig gevonden thema. Er werden veel grappen gemaakt waar we ook zelf enorm om moesten lachen, Japie voorop. Soms ging het zo ver dat we geen noot meer konden spelen. Toch bleef Japie ook altijd de nuchterste, nooit zenuwachtig, en toen we eenmaal met z’n allen op een boerderij woonden, stond hij er op dat we een abonnement op een krant namen, iets wat bij de anderen nog nooit was opgekomen. Zijn kamer was de netste en best verzorgde van ons allemaal. Hij vond stofzuigen de normaalste zaak van de wereld en wij vonden hem een enorme tut.
In die tijd begon hij meer vreemde instrumenten te bespelen, dulcimer, dobro en, vooral, de autoharp, waarmee hij elk gat in de muziek of het optreden dreigde op te vullen.

foto Molly Mackenzie

De omslag in zijn jonge leven vormde de aanschaf van een echte bus, waar we met z’n allen makkelijk in pasten. Japie haalde zijn groot rijbewijs. In diezelfde tijd werden wij in een heel eigen kring van Provadya?-clubs echt beroemd. Japie ging ook nog steelguitar spelen en het moet rond die tijd geweest zijn dat hij er op stond niet meer Japie, maar Jaap genoemd te worden. De sterke tegenstand die deze vreselijke verandering opriep bij de anderen bood hij ferm het hoofd. De binnen de band timide benjamin had in een keer een grote mond gekregen. Hoe zou dat bij hem gegaan zijn? Had ie al maanden zitten broeden en de nacht voor de mededeling slecht geslapen? Had ie het zich al vaker voorgenomen, maar op het laatste moment niet gedurfd? Had ie al eerder signalen in die richting gegeven, die wij niet opgevangen hadden? Of was het ter plekke bij hem opgekomen? Wij waren geschokt, maar Jaap heeft er later nooit meer over willen praten.
Hij begon zich in een aantal zaken van de rest van de band te onderscheiden. Zo schafte hij zich een hond aan, die hij trouwens Banja noemde, waar de anderen zich beperkten tot katten (10!). En terwijl de meeste bandleden door onze vriendinnen gemaakte jasjes van tafelkleden droegen, presteerde Jaap het rond te lopen in een roze suède jasje met lange franjes en daarmee toch af te wijken van de algemene norm. Het jasje stond, vonden we, nergens naar, maar nader bekeken was het misschien toch minder erg dan de tafelkleedjes die wij droegen. Net als de rest liep hij op laarzen en zijn haar was inmiddels lang met mooie krullen.

 foto Molly Mackenzie

De optredens werden met de roem wat formeler. We bedachten kleine acts ter vermaak van onszelf en het publiek, een pasje hier, een kunstje daar. Zo klom Jaap tijdens de finale van Bottle up and go altijd op de piano om er op de laatste tonen spectaculair van af te springen, waarna het licht uitging. Op een keer, toen er een grote vleugel op het podium stond, wilde hij er iets bijzonders van maken. Zorgvuldig had hij een PA-kist naast de vleugel neergezet als opstapje in de aanloop, die in de coulissen zou beginnen. Hij zou in volle vaart de vleugel op en weer af springen. Bij het oefenen ging alles prima. Tijdens het optreden was het natuurlijk donker en struikelde hij over de rand van de vleugel. Voor het licht uitging heeft men hem uit de lucht zien dwarrelen. Wie was dat toch met dat gele T-shirt? Het was Jaap geweest, in zijn gele broek.
En toen kwam Kralingen. We zouden als enige Nederlandse band op het grote, hoge podium spelen, dat verder alleen voor beroemde buitenlanders bestemd was. Een paar dagen tevoren waren we nog naar Rotterdam gereden en hadden op het festivalterrein de geluidsinstallatie getest. Het ging prachtig en vol goede moed vervoegden we ons een paar dagen later bij het podium voor ons optreden. Een immens publiek had zich inmiddels op het terrein verzameld en de spanning steeg. De optredens liepen vele uren uit, zodat we pas midden in de nacht aan de beurt waren, toen het inmiddels keihard regende. De zanger van de voor ons optredende band The Family (Roger Chapman – overigens later door sommigen van ons zeer bewonderd, maar waar toen geen van ons ooit van gehoord had) sloeg tot onze bovenmatige ellende ook nog bijna alle microfoons aan diggelen. We hebben er het beste van proberen te maken, maar het werd een ramp. In de sombere sfeer in de bus terug naar huis wilde Jaap zijn banjo aan de wilgen hangen.
Hij kon vreselijk flippen, ook als ie zichzelf op het podium niet hoorde. Hij stond dan ook altijd het hardst. Hij had trouwens sowieso van ons allen het meeste in zich van een popmuzikant. Jan wilde nog wel eens een meisje versieren met een mooi praatje aan de bar, maar Jaap was soms ineens gewoon verdwenen. We hebben nooit durven vragen hoe of wat, maar we vermoedden het allerergste.
Later werd het allemaal wat rustiger, doodden we de tijd met het vertellen van verhalen en viel het op dat Jaap over alles wel iets te melden had. Een gigantisch geheugen. Verhalen over wolven, indianen, orchideeën, tropische vissen, Rusland, Amerika, grote bomen en politiek. Daarbij betoonde hij zich zowel erg betrokken bij mens en natuur als ook schaamteloos behoudend, meestal tegenstander van veranderingen en nieuwe ideeën. Zo was hij aanvankelijk ook sterk gekant tegen Huib’s plan voor de Stichting Popmuziek Nederland, nu de NPI. Hij vond dat niet gepast, je was popmuzikant en speelde popmuziek. Niks geen instituut. Dat hoorde niet. We zijn natuurlijk allemaal erg blij dat ie, zoals gewoonlijk na enig morren, toch is bijgetrokken, er directeur werd en dat meer dan 30 jaar (!) is gebleven.

Foto Jaap Reedijk

Huib Schreurs

Verhalen

Concert CCC in Deurne op 3 oktober 2009 uitverkocht, tweede concert op 8 oktober

1 juli 2009

Het concert van CCC op 3 oktober waar Omroep Brabant ten behoeve van een documentaire opnames zal maken in Deurne is uitverkocht.

Een tweede concert in Deurne is gepland op 8 oktober.

Nieuws

Omroep Brabant maakt documentaire over CCC Inc.

15 juni 2009

Omroep Brabant gaat een documentaire maken over CCC mede gezien het feit dat de band 40 jaar geleden verhuisde van Amsterdam naar een boerderij in Neerkant, vlak bij de Groote Peel.

Op zaterdag 3 oktober zal Omroep Brabant opnames maken van een CCC-concert in het Cultureel Centrum in Deurne.

De uitzending van de documentaire is gepland in december van dit jaar.

Het concert is uitverkocht. Er wordt gekeken naar de mogelijkheid voor een tweede concert.

Nieuws

Box CCC Inc. bijna uitverkocht

13 juni 2009

De Box van CCC, geproduceerd door Ernst Jansz en uitgebracht door Fonos van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid is praktisch uitverkocht. De box met een inhoud van 11 cd’s, een dvd en een fotoboek is uitgebracht in een oplage van 1000 exemplaren.

De laatste, enige tientallen exemplaren, zullen door CCC na de concerten worden verkocht.

Nieuws

Still going strong

16 april 2009

Anouk stuurde ons een recensie van ons concert in de Mezz, Breda, op 12 december vorig jaar. Zie bij de rubriek RECENSIES.

Nieuws

De Geschiedenis van het Clubcircuit in Nederland

7 april 2009

De geschiedenis van CCC Inc. en die van het circuit van poppodia in Nederland, het zogenaamde Clubcircuit, lopen op een wonderlijke manier parallel en hebben elkaar op diverse manieren doorkruist en beïnvloed. Niet alleen speelden wij in ons prille begin als band in het Amsterdamse Fantasio, de eerste echte rockclub van Nederland en traden wij op tijdens de opening van Paradiso en op de eerste dag na de opening van de Melkweg, maar ook speelden wij eind jaren zestig en begin jaren zeventig in zo goed als alle andere bestaande jongerenclubs, van kelders tot aan parochiehuizen, verspreid over heel Nederland. Zo was ons eerste echte concert in 1967 in de kelder van de Thomaskerk in Amsterdam-Zuid.

Het was onze rol als huisorkest van Paradiso, waardoor wij betrokken raakten bij de geschiedenis van de club. Ikzelf kwam terecht in het bestuur, van 1975 tot 1991, de langste tijd als penningmeester. Huib Schreurs was er directeur van 1975 tot 1990. Het waren de interessantste maar ook de moeilijkste jaren van dit poppodium, waarvan het voortbestaan toen nog aan een zijden draadje hing. In zijn tijd als directeur groeide Paradiso uit tot de ‘Poptempel van Nederland’ en tot op de dag van vandaag speelt de programmering van de club zich nog steeds af langs de lijnen die destijds door hem zijn uitgezet. In de ook door Huib opgerichte Stichting Popmuziek Nederland, later het Nationaal Pop Instituut, waar ik van 1977 tot 2008 directeur was, heb ik zelf veel met het clubcircuit te maken gehad en heb ik een bescheiden subsidieregeling mogen ontwerpen, het Podiumplan genaamd, wat vandaag de dag nog bestaat als het Nederlands Popmuziek Plan.

Hoe het begon
Nederland kent in vergelijking met de ons omringende landen een volstrekt uniek circuit van popzalen. Nergens anders is de podiadichtheid zo groot. Het ontstaan van dit zogenaamde clubcircuit is gebaseerd op een typisch Nederlandse cultuurmodel: het naoorlogse jeugd & jongerenwerk, meestal voortkomend uit de socialistische jongerenbeweging zoals de Arbeiders Jeugd Centrale, de AJC, of uit religieuze jeugdorganisaties zoals de Katholieke Arbeiders Jeugd. De belangrijkste motor voor het ontstaan van een bloeiend popcircuit zijn de naoorlogse ontwikkelingen in Amsterdam van de Provobeweging, de opkomst van de beatmuziek en de hippiebeweging, die samenvallen met de beginnende ontzuiling en de leegloop van de kerken in Nederland. Daarbij had en heeft het clubcircuit nog een typisch Nederlandse eigenheid: in de meeste gevallen zijn het geen particuliere clubs maar worden ze, meestal oorspronkelijk afkomstig uit de open jongeren centra, de zogenaamde OJC’s, beheerd door een stichting zonder winstoogmerk met een onbezoldigd bestuur. Hierdoor hebben de meeste clubs ook een -vaak bescheiden- subsidierelatie met hun gemeente. Alleen al om die reden heeft een groot aantal clubs een respectabele leeftijd, die ze nooit gehaald zouden hebben wanneer ze in particuliere en dus commerciële handen waren geweest. In feite is dit het resultaat van het oer-Hollandse poldermodel. Het voortbestaan van veel poppodia is vaak het resultaat geweest van veel overleg tussen besturen, ambtenaren en politici. In de tijd van de provo’s en het ‘langharig tuig’ op de Dam werden de meeste conflicten nog opgelost met de hulp van de lange lat van de Amsterdamse politie.

Amsterdam, de bakermat en het landelijke voorbeeld
Door de politiek geëngageerde Provobeweging en de rellen rond de happenings van de antirook magiër Robbert Jasper Grootveld rond het Lieverdje op het Spui was het bestuur in Nederland en vooral dat in Amsterdam beducht geworden voor de opkomende jeugdcultuur sinds de jaren ’50 in Nederland. Deze opkomende jeugdcultuur manifesteerde zich overal in de westerse wereld maar in Nederland en met name in Amsterdam kreeg het een aparte, politiek getinte, kleur vooral na gebeurtenissen als de rookbommen tijdens het huwelijk van Beatrix en de rellen bij het Telegraafgebouw in 1966. Toen drong het tot het Amsterdamse gemeentebestuur door dat er letterlijk ruimte moesten worden gegeven aan dit nieuwe fenomeen. In de zomer van 1967 werd Amsterdam hippiehoofdstad van Europa, met als Magiescentrum het Vondelpark. In oktober van dat jaar trokken groepen hippies vanuit het koude Vondelpark naar een sinds 1965 leegstaande kerk van de Vrije Gemeente vlakbij het Leidseplein, om er snel weer uitgeknuppeld te worden door de politie. Toch ging met hulp van het gemeentebestuur deze voormalige kerk een jaar later, op 30 maart 1968, als club open onder de naam Stichting Vrijetijdscentra Amsterdam, maar bekend als Paradiso.

De opkomst van de jeugdcultuur en de popmuziek, eerst in Amsterdam en later ook in de rest van Nederland, ontgaat ook de meer progressieve kerkbestuurders niet. De leegloop van de kerken had in het bijzonder onder de jeugd al een aanvang genomen en de bestuurders zagen vooral in popmuziek, in de vorm van de muzikale begeleiding van het jongenskoor en gospels en spirituals, een middel om de jeugd terug de kerk in te lokken. Veel kerken hadden ruimtes tot hun beschikking, zoals kelders en parochiehuizen, die werden opengesteld voor de jeugd en waar deze nieuwe muziek live kon worden gehoord. De toegang hiervoor was gratis en zo werden vele aan kerken grenzende ruimtes de broedplaats voor de talloze opkomende bands in Nederland. Toch konden de daaruit voorkomende beatmissen en de muziek in de hervormde jeugdkerken de leegloop niet stoppen, een proces dat tot op de dag van vandaag voortduurt.

Paradiso en Fantasio
Begin 1967 kwam een groep jongeren die zich rond het Centraal Station in Amsterdam ophielden vaak negatief in het nieuws. Stichting Ankerclubhuiswerk, de opvolger van de AJC, stelde in haar gebouw aan de Prins Hendrikkade 142, op steenworp afstand van het Centraal Station, een kelder ter beschikking aan deze groep jongeren om ze van de straat te houden. Tegelijkertijd ontstonden in het gebouw Felix Meritis op initiatief van Ruud Tegelaar van de Stichting Jeugd & Muziek en Willem de Ridder van de Hitweek de zogenaamde Provadya-avonden. Het woord Provadya komt vermoedelijk uit het Sanskriet en schijnt de naam van een Tibetaans klooster te zijn geweest. In eerste instantie werd het gespeld met een omgekeerd vraagteken maar later werd overal Provadya? gebruikt. Het programma op deze avonden bestond uit de unieke mix van muziek, performances, schrijvers en films waarbij ook het publiek werd betrokken. Nadat Felix Meritis geen ruimte meer wilde bieden voor deze avonden omdat de programmering door Ramses Shaffy werd overgenomen, werden ze overgeplaatst naar de net achter elkaar geopende nieuwe clubs Fantasio en Paradiso. Deze gouden Provadya? formule spreidde zich als een olievlek over geheel Nederland en daarmee was het clubcircuit in Nederland geboren.
De gemeente Amsterdam had al in 1967 aan inmiddels ex-provo’s een vage toezegging gedaan om de voormalige kerk van de Vrije Gemeente tijdelijk te mogen gebruiken als club voor de hippiekolonie. Nadat de poging om het te kraken was mislukt, nam het gemeentebestuur toch het besluit om het gebouw vrij te geven, echter wel onder strikt toezicht van de gemeente: de directeur werd door de gemeente aangesteld en in het bestuur nam het hoofd van de gemeentedienst Jeugd & Jongerenwerk plaats. De naam Paradiso werd bedacht door Willem de Ridder, die echter als wraak voor de verregaande gemeentebemoeienis precies één dag eerder, op 29 maart 1968, de deuren opende van Fantasio in het gebouw van de Stichting Ankerclubhuiswerk, overigens gesubsidieerd door het Rijk. Beide clubs gebruikten wel dezelfde poster voor de opening op 29 en 30 maart 1968 en beiden adverteerden in Hitweek: ‘Iedere vrijdag en zaterdag in Amsterdam Kosmies ontspanningscentrum Provadya? Paradiso Fantasio’ met bij Fantasio de toevoeging: ‘Binnenkort de gehele week geopend met Diggershop (een tweedehands winkel), makrobiejoties restaurant, teehuis, film en rielekste zitjes’. En in Hitweek/Witheek no 27 3e jaargang, toen te koop voor 38 sentjes, was ondermeer te lezen: ‘Jazeker, 29 en 30 maart zijn zeer belangrijke data. Een nieuw tijdperk breekt dan aan. Na meer dan 1½ jaar geworstel en geknok gaan er op die data maar liefst 2 (twee) niet te geloven klups open. FANTASIO en PARADISO. Geen gewone popklups maar niet voor te stellen atmosfeer, uitstekende muziek, zeer bizondere groepen en zwoele dansen. Maar laten we niet te veel opgewonden taal aan dit krantenpapier toevertrouwen. Nou even zonder flauwekul. Er is in Nederland een zeer grote behoefte aan PROVADYA-klups. Dat zijn klups waarin (op een goede geluidsinstallatie) alleen maar streng geselekteerde pop wordt gedraaid. West Coast, psychodeliese pop, avant-garde pop, verre pop of hoe je al die popmuziek ook wilt noemen. Klups waar nederlandse groepen hun muziek NIET aan de gemiddelde smaak van het publiek hoeven aan te passen, maar waar van hen verwacht wordt dat ze nieuwe muziek voortbrengen. Dat ze het onderste uit de muzikale kan halen. Klups waar ook oosterse, turkse, arabiese en andere soorten eksotiese klanken te horen zijn, waar op een zeer nieuwe manier gedanst wordt, waar lichtshows de muziek begeleiden en versterken, waar films te zien zijn en vreemdsoortige goochelaars. Klups waar zeer verrassende dingen gebeuren, waar van alles kan gebeuren. Daar is behoefte aan. Dat heeft PROVADYA? bewezen.’ (…) ‘Een nieuw tijdperk gaat aanbreken. Je mag er niets van missen.’ Kort daarna in 1970 zou Amsterdam nog een toonaangevende popzaal krijgen in de voormalige melkfabriek, op een steenworp afstand van Paradiso: de Melkweg aan de Lijnbaansgracht. Tot op de dag van vandaag zijn Paradiso en de Melkweg de meest vermaarde poppodia in Nederland en internationaal bekend.

De gemeente was er altijd vanuit gegaan dat de functie van Paradiso een tijdelijke zou zijn en dat de sloop onvermijdelijk was. De projectontwikkelaar Bouwes had er een parkeergarage gepland voor het Casino. De werkgroep Bouweswatanders wist hier uiteindelijk een stokje voor te steken. De bedoeling was dat Paradiso zou verhuizen naar de Nieuwe Doelen op de Kloveniersburgwal. Uiteindelijk is dat niet doorgegaan en na een moeizame tijd en dreigende faillissementen kreeg de poptempel weer de wind in de zeilen met de opkomst van punk eind jaren zeventig van de vorige eeuw. Paradiso bleef hierna een van de best bezochte zalen van Nederland, ook na een drastische verbouwing, noodzakelijk omdat aan een Poptempel geheel andere eisen worden gesteld dan aan een Godshuis.

Fantasio zag kans binnen twee jaar een begrip te worden in de underground- en jongerencultuur in Nederland en ver daarbuiten. Bands als Pink Floyd en Jefferson Airplane traden er op en al snel met meer dan 1500 bezoekers per dag dreigde Fantasio aan haar eigen succes ten onder te gaan. Het pand werd omgevormd tot meditatiecentrum De Kosmos en groeide uit tot hèt spiritueel en new-agecentrum van Nederland. In 1984 werd de subsidie door de gemeente stopgezet en werd De Kosmos zelfstandig. Uiteindelijk ging het in 1992 failliet en werd het uitgewoonde gebouw na een grondige restauratie in 1997 door de gemeente verhuurd aan het Nationaal Pop Instituut, centrum voor de Nederlandse popcultuur. De zaal Fantasio in het gebouw is weer in ere hersteld.

Het katholieke zuiden
De ontwikkelingen in het katholieke zuiden waren in de jaren zestig en zeventig van een ander, vaak heftiger karakter dan in de protestante regio’s in het westen van het land. De overgang naar het nieuwe tijdperk met de hippies, de opkomst van de popmuziek en de ontstane generatiekloof was voor de streng hiërarchisch ingerichte katholieke kerk, met veel directe invloed op de samenleving, veel ingrijpender dan voor de vaak meer progressieve, democratisch ingerichte protestantse kerken in het westen. Dit wordt onder meer fraai beschreven in het boekje 25 jaar jongerencultuur in Uden van Willem van Zeeland, dat met name gaat over het ontstaan van poppodium De Pul. Al in 1968 was er in Uden een soos in de kleine kelder van het patronaatsgebouw die voornamelijk werd bezocht door leerlingen van een tweetal scholen voor voortgezet onderwijs in Veghel. Na korte tijd werd deze soos de naam De Pul toebedacht, alleen toegankelijk voor leden. Veel poppodia, ook Paradiso en de Melkweg, hanteren nog steeds een systeem waarbij naast het toegangsbewijs, ook een ledenpas moet worden aangeschaft, een overblijfsel van de oude, besloten jeugdsoos met leden. In Uden was ook het internaat De Kruisheren gevestigd, dat jongeren herbergde uit het hele land. In dit internaat ontstond een underground popcircuit waaruit het hele soosgebeuren werd gevoed. De drijvende kracht achter dit anarchistische bolwerk was kruisheer en leraar

J. Donkers, die er vanaf het begin bij betrokken was en de Pul vertegenwoordigde naar de gemeenschap en politiek. Zoals veel mensen uit het onderwijs en de kerken, werd pater/leraar Donkers bijzonder aangesproken door de ontwikkelingen in literatuur, maatschappij en muziek. Of zoals hij zelf stelde: ‘Ik citeerde vlotter uit Dylan dan uit de Bijbel. We hadden onze eigen schoolkrant die een beetje in de sfeer lag van Hitweek en Aloha. Het ideale type mens voor de nieuwe tijd leek ons de homo ludens, de spelende mens. Het leven spelend met de ernst van een kind, maar daarbij de bestaande structuren en ook zichzelf niet al te serieus nemend. Hij was er al een beetje in de Pop Art, de poetry readings en andere ludieke manifestaties. Verder vooral in een nieuwe vorm van protest: tolerant, intelligent en met een gevoel van humor: de happening. Die sfeer vond je terug in het Udense soosleven en dat was voor mij motiverend.’ Deze visie en benadering waren typerend voor talloze initiatieven in het land, niet alleen in de steden maar vooral op het platteland, waardoor uiteindelijk het clubcircuit ontstond. Alleen al in de Mediatheek van het Nationaal Pop Instituut vind je vijftien boeken waarin een soortgelijk ontstaan van de jeugd- en popcultuur in plaatsen als Arnhem, Doetinchem, Utrecht, de IJmond en Haarlem en achttien boeken over de geschiedenis van poppodia zoals bijvoorbeeld Doornroosje in Nijmegen, ’t Paard in Den Haag, So What in Gouda, De Peppel in Zeist en Jonosh in Heusden.

De bedreigingen van het clubcircuit, de eerste generatie
Nadat de uiterst vruchtbare artistieke golf van de beat en popmuziek was weggeëbd, kwam half jaren zeventig de klad in het bezoek aan de poppodia. De belangstellenden bestonden grotendeels uit vaste bezoekers uit de begindagen die niet echt van zins waren om een nieuwe wind te laten waaien in hun klup. Ze hielden hardnekkig vast aan het beproefde model van de vloeistofprojecties en de alternatieve films. Ook de artistieke ontwikkelingen in de popmuziek waren enigszins tot stilstand gekomen. De overgebleven bands uit de begintijd waren uitgekeken op de clubs en zochten vaker het pluche van de concertzalen op. Ze werden door de popscribenten honend beschreven; voor de zoveelste keer werd de popmuziek dood verklaard. Maar de eerste generatie liet zich niet zomaar verwijderen. Vaak waren venijnige conflicten nodig om de nodige bestuurs- en personeelswisselingen mogelijk te maken. In die tijd kon bijvoorbeeld door de gemeentelijke invloed in het bestuur de door de gemeente aangestelde directeur van Paradiso verwijderd worden.

Het wachten was op iets nieuws. En dat was de opkomst van de punk en de new wave. De nieuwe generatie muzikanten keek met afgrijzen naar de nog bestaande zelfgenoegzame bands en kegelde eind jaren zeventig binnen korte tijd de gevestigde internationale popwereld omver. Het publiek kwam na enige aarzeling – een van de eerste punkgroepen, de Sex Pistols, trok nauwelijks publiek in Paradiso – massaal af op deze nieuwe stroming. Deze voortdurende vernieuwing in de popmuziek waaruit constant talloze nieuwe genres ontstaan met nieuwe publieksgroepen heeft vanaf dat moment garant gestaan voor een voortdurende toename van publiek. In het kielzog van de punkgolf en vooral dankzij de daaraan verbonden do-it-yourself mentaliteit werd een aantal andere podia elders door de muziekmakers en publiek zelf in Nederland opgericht, zoals het Noorderligt (tegenwoordig Popcentrum 013) in Tilburg, het Patronaat in Haarlem en Willem2 (tegenwoordig W2) in Den Bosch.

De Politiek
De tweede bedreiging van het clubcircuit kwam uit een heel andere hoek: de decentralisatie begin jaren tachtig van het Rijk naar de gemeenten en de daarmee samenhangende sanering van het jeugd- en jongerenwerk, ooit enorm gegroeid om de naoorlogse babyboomers op te kunnen vangen. Als gevolg daarvan werd er drastisch gereorganiseerd of gewoon afgeschaft. Dat ging ten koste van de onderkant van het clubcircuit, de open jongeren centra, veelal gerund door vrijwilligers, waar elke zaterdagavond bands optraden, meestal de beginnende lokale groepen. Hierdoor vielen er voor de Nederlandse popmuziek twee klappen tegelijkertijd: de optreedmogelijkheden aan de onderkant vielen grotendeels weg en voor beginnende bands was het erg lastig geworden zich aan een publiek te kunnen presenteren. De gemeentelijke dienst (waaronder Jeugd & Jongerenwerk viel), waar toch al het meest werd gekort op de budgetten, zag zich na het wegvallen van de rijkssubsidie plotseling geconfronteerd met een extra kostenpost. De oplossing werd gevonden in het overhevelen van popmuziek naar de afdeling Kunsten. Dit ging echter niet zonder slag of stoot. Afdelingen Kunsten werden bevolkt door ambtenaren die vanouds veel affiniteit hadden met de hogere, gesubsidieerde kunsten en popmuziek kon toch werkelijk niet als kunst aangemerkt worden, laat staan enige artistieke aspiraties hebben. Zelfs het Rijk bemoeide zich met de discussie door te constateren dat popmuziek geen artistieke betekenis kon hebben en alleen een uiting was voor een (zeer) jeugdig publiek. Ook vanuit de gemeenteraad van Amsterdam werd door nota bene de PvdA een vileine aanval ingezet op Paradiso, midden in de punkgolf, toen de club zeven dagen per week uitverkocht was en een publiek trok dat niet te vergelijken was met de softe, geweldloze hippies van daarvoor. Er werd voorgesteld de subsidie maar helemaal te stoppen wegens overbodigheid. Uiteindelijk kon dankzij een positief advies vanuit meer verlichte geesten in de Amsterdamse Kunstraad de overgang naar Kunstzaken daadwerkelijk plaatsvinden. Deze trend werd door veel andere gemeenten gevolgd.

De laatste bedreiging, een blessing in disguise
In de begintijd vestigden veel poppodia zich in panden die niet voor dat doel waren gebouwd. Praktisch al deze gebouwen hadden dan ook oorspronkelijk sloop als bestemming. In de meeste steden vond er een sanering plaats waarbij de oude industrie en haar gebouwen uit de binnensteden werden verwijderd. Paradiso zat in een voormalige kerk, de Melkweg in een melkfabriek, Noorderligt in een bioscoop, de Pul in een boerderij. Daarnaast ontstonden talloze clubs in patronaatshuizen en kelders. Vaak lukte het om het gebouw uiteindelijk van sloop te redden. Wanneer de sloop wel doorging, zoals bij de Stokvishal in Arnhem – een oud fabriekscomplex, geheel passende in de popcultuur – valt op dat het praktisch onmogelijk bleek een nieuwe, even passende voorziening weer op te zetten.
In deze oude gebouwen werd zonder enige kennis van zaken gesloopt en verbouwd, waardoor regelmatig een steunmuur verdween. De gemeente keek toe en zweeg meestal. De sloop kwam toch nader en regelgeving over brandveiligheid, geluidsoverlast en andere narigheid was nauwelijks aanwezig. Naarmate echter duidelijk werd dat de nieuwe functie, het organiseren van popconcerten, een blijvende was en het achterstallig onderhoud tot nijpende problemen ging leiden, werd door de gemeenten schoorvoetend budget vrijgemaakt voor de broodnodige verbouwingen en aanpassingen van de gebouwen die meestal eigendom waren van de gemeenten zelf. Het bleef echter allemaal behelpen, vergeleken met de budgetten die werden uitgetrokken voor concertzalen en schouwburgen.
De vuurwerkramp in Enschede en de brand in het Hemeltje in Volendam veroorzaakten echter een toename aan regelgeving, die ook de poppodia bereikte. De verder uitdijende regelgeving uit Brussel deed de rest en vrij plotseling zag het clubcircuit zich geconfronteerd met een stortvloed aan regels op het gebied van geluidsoverlast binnen en buiten, rookverboden, brandweervoorschriften, nooduitgangen, alcoholbepalingen, arbeidstijdenregels en wat dies meer zij. Voor de meeste podia betekende dit bouwtechnische aanpassingen die, als ze al mogelijk waren, veel geld gingen kosten. Soms was het onmogelijk en moest er gezocht worden naar andere mogelijkheden.

Nieuwbouw
De eerste gemeente die de stap zette tot een nieuw te bouwen poppodium was Tilburg. De voormalige textielstad zocht naar mogelijkheden om het in het slop geraakte Veemarktkwartier van een nieuw elan te voorzien. In dezelfde periode fuseerden de poppodia Noorderligt en Batcave met de Muzikantenwinkel, waardoor behoefte ontstond aan een nieuwe locatie. Een revolutionair idee werd geboren: een nieuw gebouwd podium, liefst midden in de stad met verschillende zalen en een breed programma-aanbod. Een verlichte burgermeester en een vooruitziende gemeenteraad en wethouder werkten tot ieders verbazing actief mee om dit te helpen realiseren: het eerste nieuwbouw poppodium in Nederland! Op 13 november 1998 opent Popcentrum 013 zijn deuren, 30 jaar na de start van Fantasio en Paradiso. Vanaf dit moment was Tilburg een toonaangevend voorbeeld voor soortgelijke initiatieven, niet alleen op bouwkundig gebied maar nog veel belangrijker, het belang van de rol van poppodia in het culturele leven van een stad en hun economische betekenis werd ook ingezien. Nu de discussie over de rol van de creatieve industrie niet alleen op gemeentelijk niveau maar ook op rijksniveau wordt gevoerd en de popmuziek hierin een volwaardige rol is gaan spelen, zien ook gemeenten hun poppodia als volwaardige culturele uitingen. Veel nieuwbouw van poppodia is sindsdien gerealiseerd en vele plannen liggen klaar.

Het hierboven beschreven verhaal beslaat amper een halve eeuw, nog niet eens een gemiddeld mensenleven. In de Nederlandse geschiedenis heeft zowel in artistieke zin als op het gebied van podiafaciliteiten en publieksbereik in alle lagen van de bevolking geen enkele andere kunstvorm zich zo snel ontwikkeld als popmuziek. De behuizing van deze kunstvorm is nu met een inhaalslag bezig.

Vanuit de soos, de kelders en de patronaatshuizen van de kerken, en daarna vanuit oude fabrieksgebouwen en leegstaande kerken heeft zich uiteindelijk een bloeiende culturele tak kunnen ontwikkelen, de Nederlandse popmuziek, vast verankerd in onze maatschappij en onlosmakelijk verbonden met de gemeentelijke politiek. Dankzij dit rijke en wijdvertakte culturele netwerk van zalen, zaaltjes, bands, oefenruimtes, studio’s en zo verder, kon er een typisch Nederlandse nieuw architectuurtype ontstaan: de popzaal. In feite is al die nieuwbouw niet meer dan het logische en meest in het oog springende gevolg van de bloei van een gezonde bedrijfstak, net zoals er geen paddestoel uit de grond kan komen zonder mycelium.

Omgekeerd zou het effect van al deze nieuwbouw wel eens een nieuwe periode van bloei voor het clubcircuit kunnen betekenen. En dat is goed, want uiteindelijk draait het om de muziek, niet om haar gebouwen.

 

Jaap van Beusekom, maart 2009

Jaap van Beusekom

CCC in Semarang

5 april 2009

05-04-2009

Het CCC Inc. concert in Semarang

2006_De_Band_klein

Eén van de meest bijzondere en opzienbarende concerten van ons was een optreden op 19 juni 2006 in Indonesië in het auditorium RRI van de universiteit in Semarang op Java.
Semarang is de hoofdstad van de provincie Midden-Java en ligt aan de noordkust van Java http://nl.wikipedia.org/wiki/Semarang
Het telt 1,5miljoen inwoners is daarmee de vijfde grote stad in Indonesië. Semarang kreeg internationale faam toen het aan het eind van de 15e eeuw bezoek kreeg van een Chinese vloot van 62 schepen met 28000 (!) man onder leiding van de moslim-admiraal Cheng Ho Zheng He http://www.chinapage.com/zhenghe.html van de Mingdynastie die rondreizen maakte door Zuidoost Azië om diplomatieke en handelsrelaties aan te knopen.
De voorzitster van de Culturele Vereniging die het concert organiseerde, Prof.Dr. A.M. Djuliati Suroyo, was hoogleraar geschiedenis op de universiteit en gespecialiseerd in bovengenoemd vlootbezoek in 1405.
Ze kon er boeiend over vertellen.

2008_Het_hele_gezelschap_CCC_indonesie_kleinHet hele gezelschap. In het midden Widjajanti Dharmowijono (zie hieronder) naast Maarten Mulder. Rechts technicus Mies Slegers

Indonesië was niet vreemd voor ons. Ernst had er al eerder opgetreden met Rienne Va Plus en wij hadden in 2004 een aantal concerten op Java gegeven waarbij CCC Ernst begeleidde met nummers van zijn CD de Overkant. Dit maal waren we uitgenodigd om het afscheid van de directeur van, het Erasmushuis (het culturele centrum van Nederland in Jakarta), Maarten Mulder, op te luisteren en twee concerten te geven in Bandung en Semarang. Deze laatste stad was alleen al interessant voor Ernst omdat zijn vader en zijn grootouders er geboren zijn.
Het concert werd georganiseerd in het auditorium RRI dat gebouwd was in een voor mij zeer herkenbare Sovjetstijl. Geen wonder want het was inderdaad gebouwd tijdens het Sukarno-regiem met de financiële en bouwkundige hulp van de toenmalige Sovjet-Unie en hetzelfde soort auditoriums kun je overal nog in Rusland en de voormalige Oostbloklanden aantreffen.
De belangstelling voor het concert was groot en de 600 stoelen waren allemaal bezet waarbij de meisjes met hoofddoekjes opvallend en in vele rijen aanwezig waren,
Ik zat me werkelijk af te vragen hoe dit zou aflopen. Vier heren van tegen de zestig uit Belanda met instrumenten als piano, viool, banjo, wasbord, mondharmonica, dobro… en een Americana-repertoire. En dat voor 600 moslimstudenten waarvan ik één ding zeker wist: wat hùn oren horen was in ieder geval iets anders dan wat ònze oren horen. Daarvoor waren de culturele achtergronden te verschillend. Ik had al eerder ervaringen opgedaan met dit fenomeen in Amerika. Ook daar horen ze meestal iets anders dan wat Nederlandse bands denken dat ze horen. Het kan tot grote culturele (en in Amerika, commerciële) misverstanden leiden, zoveel was wel duidelijk.
De professor kondigde ons uitgebreid aan wat op zich al bijzonder was.
De eventuele culturele barrière werd geslecht door te beginnen met nummers van Ernst, De Overkant, De Ballade van Nina Bobo en Tessa, door hem gezongen in het Bahasa Indonesia, iets wat altijd erg goed valt! Vervolgens Tijd Genoeg in het Nederlands gevolgd door 20 nummers van ons reguliere repertoire. De reactie na bijna twee uur spelen was werkelijk verbijsterend. We eindigden met wild dansende studenten voor het podium die voor die gelegenheid en hun moverende redenen hun gezichten hadden bedekt. Blijkbaar had onze muziek en de uitvoering ervan iets waar Indonesische oren gevoelig voor zijn.
Er volgde een interessante recensie in de plaatselijke krant die door mijn zwager werd vertaald. Hier zie je ook hoe de Indonesische recensie verschilt van een Nederlandse.
Al met al was het voor mij een van de meest bijzondere concerten uit de geschiedenis van CCC Inc.
Jaap van Beusekom, maart 2009


De magische rust van Ernst Jansz
Tessa kamu peluk aku / ombak di laut diam / Tessa kamu peluk aku / tidak ada angin ?
Burung bilang: saya terbang ke rumah / sebab Tessa peluk kamu/ dan semua aman /
Semua aman / Tessa kamu nangis? / Saya lihat air mata /
Tessa kamu nangis? / saya rasa sakit…
Applaus weerklonk in het auditorium van de RRI gisterenavond, enkele ogenblikken nadat Ernst Jansz en CCC Inc. ‘Tessa’ hadden gezongen met een sterk folkkarakter. De uitspraak was wat aarzelend, maar Ernst, de zanger, zong zijn lied met bezieling. Hoe kan het ook anders. Het lied bewaart voor hem een speciale herinnering.
Het verhaalt van een romance tussen Ernst en een Zweedse vrouw toen hij in 1980 in Goa, India, vertoefde. Tessa verpleegde hem toen hij daar in het ziekenhuis lag. Zo sterk is de indruk die zij op Ernst naliet, dat hij nog steeds hoopt haar ooit eens terug te zien.
Ja, in het concert dat gehouden werd door de Nederlandse ambassade, het Erasmus Huis in Jakarta en de Stichting Widya Mitra, brachten Ernst Jansz en CCC Inc. hun muziek in eigen stijl. Ze speelden en zongen ongeveer 20 liedjes met folk en blues inslag en hielden de zaal in hun ban. De liedjes waren o.a. Alice, Luna Luna mijn, Run Mountain, Truck Driving Man, Love Letters, Mississippi Sawyer, Midnight Special en Black Girl. Sommige liedjes zijn schrijnend zacht, andere hebben een energiek tempo. Het publiek van ongeveer 500 personen was als betoverd door de rust en tegelijkertijd dynamische sfeer. Die werd gecreëerd door het vioolspel van Joost Belinfante, het spel van Jaap Beusekom op de banjo en akoestische gitaar, het harmonicaspel van Huib Schreurs en natuurlijk de teksten van Ernst Jansz. Tessa is maar één typisch voorbeeld.
Ernst opende het optreden met De overkant. Dit mooie nummer bracht hij solo terwijl hij zich begeleidde op zijn akoestische gitaar. Pas bij het tweede lied verscheen de hele band op het podium en weerklonk de Ballade vom Nina Bobo met een bekoorlijk arrangement. Jaap van Beusekom bespeelde de akoestische gitaar met een slieg, zoals een hawaïaanse gitaar.’Op een middag zong mijn vader dit lied voor mijn moeder. Ik was toen nog klein, maar zal het mij altijd blijven herinneren,’ zei Ernst, enkele ogenblikken voordat hij het zong.
Communicatief
Ernst is zeer communicatief. Vaak introduceerde hij de liedjes die CCC Inc. brachten. Aan het begin van het optreden vertelde hij zelfs over zijn familie, ook over zijn vader die geboren werd in Semarang.
Als legendarische band die de top bereikte in het Nederlandse muziekuniversum in de ’70-’80er jaren, hebben Ernst Jansz en CCC Inc. een podiumprésence die werkelijk betovert. Ze zijn buitengewoon getalenteerd en bespelen allemaal meerdere instrumenten. Bovendien hebben Ernst, Joost, Jaap en Huib alle vier mooi stemmen. Niet alle liedjes werden daarom door Ernst gezongen. Beurtelings waren ze hoofdvocalist.
Het optreden van de muziekgroep die meer dan tien albums op zijn naam heeft staan werd nog aantrekkelijker doordat ze hun muzikale talenten combineerden met humor. Keer op keer ontlokten Ernst en zijn vrienden gelach aan het publiek met hun manier van doen. Joost die een peci droeg, bijvoorbeeld, en deed alsof hij bijna in slaap viel op het podium. En Huib die er relaxed bij zat, rokend en bier drinkend uit een blikje, terwijl zijn makkers de gastzangeres Rosalia Ambarwati begeleidden.
Het concert dat bijgewoond werd door de directeur van het Erasmus Huis Maarten Mulder en de voorzitster van Widya Mitra Prof. A.M. Djuliati Suroyo was een geweldig succes.
De aanhoudende staande ovatie op het eind van het concert is daarvan afdoend bewijs.
(Rukardi, vertaling Widjajanti Dharmowijono)

Verhalen

Nieuw Verhaal

5 april 2009

Jaap schreef voor de rubriek VERHALEN een relaas van een concert van CCC in Semarang, Indonesië, op 19 juni 2006. Hij noemt het één van onze meest bijzondere en opzienbarende concerten. Er is ook een filmpje bij, en een recensie uit een van de Indonesische kranten. Let vooral op Joost zijn peci, hoofddeksel van Indonesische moslims.

Jaap schreef bovendien voor de rubriek INSIDE CCC INC. een briljant stuk over de Geschiedenis van het Clubcircuit in Nederland.

Nieuws

Johnny Cash avond. Drank, rook en doorleefde stemmen.

28 februari 2009

Binnen de kortste keren was de avond, die Boekhandel Schreurs en De Groot op 26 februari ter gelegenheid van de geboortedag van Johnny Cash organiseerde, uitverkocht. Huib Schreurs: ‘Dit was de bedoeling helemaal niet. We hadden beter de Melkweg kunnen afhuren.’
Jaap van Beusekom en Ernst Jansz speelden er onder anderen. Dit schreef Het Parool: ‘…tracteerden Ernst Jansz, Jaap van Beusekom en Henk Hofstede ons op het ene mooie liedje na het andere. Ouwe jongens krentenbrood, maar wat smaakte dat lekker. De condens liep van de ramen en de winkel zag blauw van de rook en God zag dat het goed was.’

Nieuws

DE VERHALEN

17 februari 2009

En nu ook: de rubriek: de verhalen!

Nieuws

De Auto’s

16 februari 2009

16-02-2009

DE AUTO’S

De eerste auto waarmee het bandje werd vervoerd was de Peugeot 203 ‘katterug’ (zonder tussen-n nog) van Cor van Sliedregt zijn vader, op dat moment al uit productie genomen. We waren toen met zijn vieren, plus instrumenten, plus altijd wel 1 of 2 dames. Met deze auto gingen we naar ons gedenkwaardige eerste optreden, een feestje ergens op kattenburg, waar we zonder geluidsinstallatie toch wel zoveel lawaai maakten dat boze buren in de kleine uurtjes stenen en kinderfietsjes door de ruiten begonnen te gooien. Erg bedreigend. Drie van ons bleven bibberend achter in de kamer staan om onze instrumenten te beschermen. Alleen onze wasbordspeler wist te ontkomen. Hij wrong zich door het WC-raampje.
De katterug werd opgevolgd door de Peugeot 204, een luxe stationcar, ook weer van Cor’s vader. Vol bewondering keken wij naar de innovatieve interval van de ruitenwisser.

Toen de theekistbas er eenmaal bij was gingen we VW-busjes huren bij de firma Drive Yourself. Dat waren in feite onhandige busjes. Motor achterin, onder een verhoging. Daar konden dus geen banken staan. De banken stonden in het midden, maar daar moesten ook onze instrumenten en apparatuur liggen. We verwijderden dus de banken, vulden de vrijgekomen ruimte op met onze spullen, matrassen erover en zie, we hadden een fijne rijdende sofa, die op nachtelijke tochten in een bed veranderde.
Bij één gelegenheid waren alle gewone busjes op en kregen we er een mee met open laadbak, voorzien van een huif. De reis ging naar Middelburg. Een heel eind. De wind gierde door de laadbak, het zeil klapperde dat het een lust was en O wat was ik trots dat het mij zelfs onder die omstandigheden lukte om een solide joint te draaien!

Het halen en wegbrengen van de huurbusjes was een heel gedoe. Busje halen, iedereen ophalen, inladen, inrichten. En vooral ook ’s nachts iedereen weer thuisbrengen, uitladen, banken er weer in, busje voor de deur van Drive Yourself parkeren, anders kostte het een extra dag huur, en dan de volgende dag op de fiets weer naar het verhuurbedrijf om af te rekenen. Daarom kochten we zodra het geld ervoor vrijkwam onze eigen bus: een Renault Goulette met verhoogd dak, kleur blauw.

Het_busje_klein

Ten tijde van onze aankoop zeker 10 jaar oud. Het was deze bus waarmee we op een dag naar Den Haag reden toen we een verontrustende lucht van smeulende matrassen gewaarwerden. Al snel gevolgd door een verstikkende rookontwikkeling. Snel, snel de matrassen langs de kant van de weg gegooid op een rokende stapel en rijden maar weer, gezeten op speakerkasten en gitaren, niet erg comfortabel.
Voor het verlies kochten we al gauw nog een Renault Goulette, normaal model, kleur wijnrood. Deze bus had toebehoord aan de groep Sandy Coast, die er al even weinig voorzichtig mee was omgesprongen als wij met de onze. We hebben die rode maar één keer gebruikt. Om de blauwe mee naar huis te slepen, die ter hoogte van Beesd de geest had gegeven. Dat was voor beide busjes de laatste rit.

De opvolger was een blauwe, verlengde Opel Blitz. Voormalig eigenaar was onze Neerkantse eierenboer die eenmaal per week de boerderij bezocht. Al snel moesten de achterste bladveren worden verzwaard in verband met het gewicht van de installatie die aanmerkelijk meer woog dan de eieren. Niemand hield van deze bus. Hij was van het model taxhond. Lang, en laag op de wielen. De achterkant stak zover achter de achterwielen dat de bodem bij het kleinste hobbeltje de straat raakte. Een veerpont kon hij niet op of af. Ook niet als we het schuin probeerden. In het huidige verkeersregime van drempeltje drempeltje zou hij volkomen onbruikbaar zijn geweest. Het enige pluspunt was de snelheid. Deze bus reed h a r d. 130 haalde hij met gemak. Zijn einde heeft hij bij ons niet beleefd, wegens gebrek aan liefde werd hij ingeruild voor een glimmende, bijna nieuwe OM, type Lupetto.
De Lupetto, rood, staat op de hoes van de LP “castle in Spain” uit 1973. Getekend door Sjon Lodewijks. Het was onze eerste dieselauto. Wat knorde dat gezellig als we op onze matrassen gelegen door de nacht naar de boerderij snelden! Deze bus had niet te klagen over te weinig liefde. We hadden hem van prachtige letters voorzien en hij werd door Jaap gepoetst, geveegd en vertroeteld. Dat had hij ook wel nodig. Het italiaanse raspaardje reed vooral veel naar de garage heen en weer. Zo werd onze lieveling met gemak de duurste bus die we ooit hadden.

Het einde naderde. We werden praktisch en efficiënt. We kregen serieuze roadies. En een serieuze Mercedes 501, wit. Saai. Degelijk. De matrassen verdwenen. Er kwamen “vliegtuigstoelen”. Toch was ook dit niet wat het leek. Toen we op een dag van de boerderij weg wilden rijden hield ik plotseling het gehele stuur los in de hand.

Onze laatste auto was een vrachtwagen met dichte laadruimte, overgenomen van de groep Alquin. Zelf hebben we er nooit ingezeten. Ik weet het merk zelfs niet meer. Hij was het domein van de roadies. En dat was nu net de enige auto die verantwoordelijk was voor het missen van een optreden. De jongens waren al voor dag en dauw naar Emmen vertrokken, wij gingen later met de luxewagen. Ergens voorbij Arnhem zagen we hem staan. Moe in de berm. Wij waren ruim op tijd in Emmen. De vrachtwagen is daar nooit aangekomen.

Joost Belinfante
(gepubliceerd in: CCC Inc. Een Band 1967-2007 (In de Knipscheer ISBN 978 90 6265 589)

Verhalen

Festivals

15 februari 2009

15-02-2009

FESTIVALS

A flight to Lowlands Paradise

Op 28 december 1968 werden wij uitgenodigd om te spelen op A flight to Lowlands Paradise in de Margriethal van de Jaarbeurs te Utrecht. De line-up was geweldig met onder andere Jimi Hendrix, Pink Floyd, Jeff Beck en vele anderen.
Echter, er lag een doem over het festival. De organisatie mocht van het bevoegde gezag niet de geplande hoeveelheid mensen binnenlaten en dat leidde tot een rellerige sfeer.
Tot overmaat van ramp kwamen Hendrix, Jeff Beck en Jethro Tull niet opdagen.
Wij zelf hebben uren zitten te wachten, starend naar de doorkijkbloes van een vriendin van een bekende radio-dj, tot wij hoorden dat ook ons optreden om onduidelijke redenen niet doorging.

Kralingen

Wat waren we trots op de uitnodiging van Berry Visser om op het hoofdpodium van het Holland popfestival in Kralingen te komen spelen. Gewoon tussen bands als the Byrds, Jefferson Airplane, dr John the Nighttripper, Softmachine en vele anderen.
Nog trotser waren we op de uitnodiging om voor de aanvang van het festival de immense geluidsinstallatie te mogen testen. Nog nooit was in Nederland een dergelijk gigantisch PA-systeem te beluisteren geweest, hetzelfde PA dat was gebruikt op het legendarische popfestival op het eiland Wight in 1969.
Voordat we op pad gingen was er door onze bassist Appie Rammers en zijn hondje stevig van de hashcake gesnoept, waardoor beiden out gingen in een wegrestaurant. Eenmaal aangekomen beklommen we het enorme podium. Nooit eerder hadden wij zo’n overweldigend geluid gehoord en ook het monitorgeluid op het podium, voor het eerst gescheiden van de veldinstallatie, was nwaarschijnlijk goed. Dat beloofde wat voor het concert en de verwachtingen waar hoog gespannen..
Zaterdag 27 juni 1970 was het zover. Wij zouden als laatste die dag optreden, maar wij waren al vroeg aanwezig, praatjes makend met achter het podium rondlopende sterren als Roger McGuinn van de Byrds, Dr. John.
Op het veld zelf bevond zich een menigte van ongeveer 80.000 bezoekers die bij voortduring werden gewaarschuwd voor allerlei gekleurde pillen die van hand tot hand zouden gaan. Een blik in de aanwezige ‘fliptent’ bewees ook wel dat de uitwerking van deze pillen niet onderschat moest worden.
De avond viel. Dr. John the Nighttripper verzorgde met prachtige zwarte zangeressen verlicht door flambouwen een indrukwekkende show. Het programma begon uit te lopen. De voorlaatste band, the Family van Roger Chapman, betrad uren later dan gepland het podium.
Het leek erop dat Chapman ook een gekleurd pilletje had weten te bemachtigen want tussen de coulissen zagen wij verbijsterd en ontzet dat hij in een volstrekt hysterische act het podium begon te verbouwen en alle aanwezige microfoons één voor één stuksloeg. Toen wij om 6 uur ’s ochtends uiteindelijk mochten afsluiten, was het prachtige monitorsysteem aan duigen, de microfoons kapot en de crew van het PA oververmoeid en deels in slaap. De legendarische Engelse presentator/dj Jeff Dexter, die zich enkele dagen daarvoor nog een groot CCC fan had getoond zag het vol verbijstering aan.

Hetpodiumfoto Molly Mackenzie

We hebben gespeeld, daar is alles mee gezegd, en gingen een illusie armer weer naar huis. Hoe dan ook, in de annalen is CCCinc de enige Nederlandse band die op het hoofdpodium van Kralingen heeft mogen spelen.

Jaap van Beusekom
(gepubliceerd in: CCC Inc. Een Band 1967-2007 (In de Knipscheer ISBN 978 90 6265 589)

Verhalen

To our Grandchildren

14 februari 2009

14-02-2009

TO OUR GRANDCHILDREN

Na de kleine revolutie van ’68 verdween de verzuild georganiseerde jeugdsoos uit de jongerencultuur. De commerciele disco bestond nog niet. De vooroorlogse dancing leidde een zieltogend bestaan. Overal in het land zetten jongeren zelf hun clubs op. Kleine schuurtjes bekleed met kussens in de dorpen, heel serieuze uitgaansgelegenheden met volwaardige podia in de steden. Het resultaat was een alternatief circuit waar bandjes als CCC Inc zich konden laten horen. Toen CCC Inc in dat circuit eenmaal een gevestigde naam was, begonnen de platenmaatschappijen geinteresseerd te raken. BOVEMA meldde zich.
Voordat de opnamen konden beginnen moest er onderhandeld worden. De platenmaatschappij was niets meer of minder dan de vijand. En dat dan niet in zakelijke zin, maar ideologisch. Wij kwamen uit ’68, alles voor allen, hoe dan ook. Maar hoe konden wij tot samenwerking met het grootkapitaal komen zonder in ‘het systeem’ te worden ingekapseld en onze identiteit als hippies te verliezen? Het kwam er op neer dat wij streden voor een zo laag mogelijke verkoopprijs van de LP zodat hij voor ons jonge publiek betaalbaar zou zijn. Onze eigen verdiensten beschouwden wij als irrelevant. De heren van BOVEMA zullen in hun vuistjes gelachen hebben…
En dan was het zover. Naar de studio!
De studio had de uitstraling van een kantoor. We deden er alles aan om er wat huiselijkheid in te brengen. Vrouwen en honden kwamen mee.
Eten hadden we bij ons en werd ter plaatse klaargemaakt. Volgens het opgeschrikte studiopersoneel echter smeerden we voornamelijk overal pindakaas aan.
En dan de opnamen. Wat een werk om in de studio de juiste balans te vinden. Uren gingen ermee heen. Gitaar een stukje naar rechts, banjo een stukje naar achteren, hier een schermpje geplaatst, daar een microfoon verhangen.

Studio-Huib-en-AppieHuib en Appie in de Bovema Studio
foto Molly Mackenzie

 En als alles dan eindelijk in orde was en we alle instrumenten tegelijk opnamen wilde niemand ook maar het kleinste foutje maken. Dat gebeurde natuurlijk toch. En dan maar doorgaan totdat iedereen tevreden was. Maar wat klonk dat goed in zo’n echte studio! We voelden ons al een echte popgroep. Als je ’s avonds na de opnamen die saaie Heemsteedse straat op stapte, en je had de sterren van de hemel gespeeld, vroeg je je af waarom er geen juichende massa op de stoep stond.

Joost Belinfante
(gepubliceerd in: CCC Inc. Een Band 1967-2007 (In de Knipscheer ISBN 978 90 6265 589)

Verhalen

De Commune

13 februari 2009

13-02-2009

DE COMMUNE

Behalve een popgroep was CCC Inc ook een commune. Het idee commune stamde uit de revolutie van 1848, had een revival gekend na de Russische revolutie, en kwam in de hippietijd, na het roerige jaar 1968, weer tot leven. Niemand wist wat het precies inhield. Wij ook niet. ‘Something is happening here but you don’t know what it is, do you mr. Jones?’ zong Dylan, en wij gingen otdekken wat dat was…
Onze commune was uit praktische motieven geboren. Zolang we nog in de stad woonden was het lastig een oefenruimte te vinden voor een steeds elektrischer en dus luidruchtiger orkest. En als we al een oefenruimte hadden, gingen er uren repetitietijd verloren aan het ophalen en weer thuisbrengen van alle muzikanten, hun instrumenten en versterkers. Zou het niet handig zijn als we met zijn allen in een groot huis konden wonen? We zouden hele dagen kunnen repeteren. Wat zouden we dan als band snel groeien!
Ik had de beschikking over een kleine erfenis. Juist genoeg om op een veiling van de ruilverkaveling een overtollige boerderij te kopen in het verre Zuid-Oost-Brabant.

Voordeboerderij9Het hele gezelschap voor de boerderij. Rechts fotografe Molly Mackenzie, Ernst’s geliefde.

Het nieuwe leven kon beginnen. En dat maakte indruk. Als CCC Inc een festivalterrein op reed, of voor een dorpszaal parkeerde, en wij rolden naar buiten, mannen, vrouwen, kinderen, honden, gonsde er een gerucht door de gemeenschap: Kijk, het nieuwe leven, daar is het! Het straalde ook af op onze muziek. Het móest wel de muziek van het nieuwe leven zijn.
Ondertussen kwamen wij er achter wat een commune inhield. Na een enthousiaste start bracht die als vanzelf een sfeer van onverschilligheid voort. Teveel mensen, teveel zinnen, nooit een rustig moment. Venijnige vergaderingen, vechtende katten, maar vooral ongekende relationele problemen op alle terreinen maakten op den duur het samenleven, het repeteren en uiteindelijk zelfs de concerten onmogelijk. Latere personeelswisselingen konden niet voorkomen dat de commune ter ziele ging enige maanden voordat CCC Inc als regulier optredend orkest ophield te bestaan.

Joost Belinfante
(gepubliceerd in: CCC Inc. Een Band 1967-2007 (In de Knipscheer ISBN 978 90 6265 589)

Verhalen

Een Demonstratie

12 februari 2009

10-02-2009

EEN DEMONSTRATIE 1971

Dit was een van de merkwaardigste optredens uit onze geschiedenis. Ter gelegenheid van een vakbondsdemonstratie tegen het onderwijsbeleid van minister Van Veen waren wij door het NVV (destijds de socialistische vakbond) gecontracteerd om de zaak wat op te vrolijken en het wachten voor de zestigduizend onderwijswerknemers die langzaam de jaarbeurs binnenstroomden wat te veraangenamen.
Wij stonden op een zeer breed podium waarvan wij een helft in beslag namen. Op de andere helft stond een lange tafel waarachter de politici plaatsnamen. En niet de eersten de besten. Ik herinner me natuurlijk de onderwijsminister Van Veen, den Uyl, minister van economische zaken, Wim Kok, vakbondsbobo. Er waren een stuk of twaalf van dergelijke zwaargewichten.

DenUylDen Uyl

Achter onze basinstallatie bevond zich een nooddeurtje dat ik meteen na aankomst al had geopend om buiten rustig te kunnen roken.
Zodra iedereen binnen was stopten wij met spelen en begon het officiële gedeelte. Toespraken van de diverse hoge heren. Dit was niet naar genoegen van een groep radicalen, zo’n 100 man, die zich vlak voor onze podiumhelft bevonden.. Zij hadden van de vakbond geen spreektijd gekregen en losten dat op door zich meester te maken van onze microfoons. Wij stonden daar eigenlijk niet zo negatief tegenover, maar de organisatie dreigde onze gage in te houden als wij geen maatregelen namen. Wij zetten dus de microfoons uit. Waarop de radicalen onze technicus aanvielen en er met de hele versterker vandoorgingen. “Smerige cryptokapitalisten!”, schreeuwden ze, “jullie doen het alleen voor het geld!” Ondertussen riepen ze beledigende teksten naar de politici, door onze versterker. De toestand werd nog grimmiger. Ze drongen op naar de officiele tafel. Er werd met geweld gedreigd. De officiele microfoon werd belegerd.
Het hoogtepunt volgde toen wij de ontstane chaos begeleidden met onze hardste free jazz terwijl alle bobo’s achter onze rug het hazenpad kozen en door het door mij geforceerde deurtje de kokende hal verlieten.

Joost Belinfante
(gepubliceerd in: CCC Inc. Een Band 1967-2007 (In de Knipscheer ISBN 978 90 6265 589)

Verhalen

De Vietnamweide

11 februari 2009

11-02-2009

DE VIETNAMWEIDE

Vaak werden wij gebeld met het verzoek om voor of, hoe je het bekijkt, tegen de oorlog in Vietnam te spelen. Het was de eerste oorlog in de geschiedenis die praktisch letterlijk te volgen was op televisie en mede daardoor waren de gemoederen hoog opgelopen.
Een aantal malen per maand kregen wij dan ook het verzoek om op een manifestatie tegen deze oorlog op te treden. Uiteraard altijd gratis. Als bandregel hadden wij beslist dat dergelijke verzoeken tweemaal per maand konden worden gehonoreerd want van gratis concerten kon de CCC kachel niet blijven branden. Dat leidde tot onverkwikkelijke gesprekken als het derde of vierde verzoek binnenkwam. Erg begrijpend waren deze pacifisten niet en het argument dat wij toch van de concerten moesten leven werd afgedaan met kreten als: niet geëngageerd, ongeïnteresseerd of pro-oorlog.
Geen band in Nederland heeft op zoveel festivals tegen de Vietnamoorlog gestaan als CCCinc. En dat terwijl wij eigenlijk de muziek van de ‘vijand’, de USofA, speelden.
De laatste echt grote anti-Vietnamdemonstratie, toen de oorlog zich al in het eindstadium bevond, was in het Amsterdamse Bos op wat later de Vietnamweide zou gaan heten.

Vietnam204

foto’s Molly MacKenzie

Vietnam209

In de stromende regen namen wij een revanche op het mislukte Kralingen. Het publiek was immens, het geluid van onze eigen installatie was prachtig en de akoestiek, mede door de regen, was geweldig. Het verbaasde niemand dat de oorlog in Vietnam vrij snel daarna was afgelopen.

Jaap van Beusekom
(gepubliceerd in: CCC Inc. Een Band 1967-2007 (In de Knipscheer ISBN 978 90 6265 589)

Verhalen

Het Wilde Noorden

10 februari 2009

10-02-2009

HET WILDE NOORDEN

Spelen in het Noorden was meestal een bijzondere aangelegenheid. De daar heersende mentaliteit was anders dan in de rest van Nederland. Harder, Rauwer en Meedogenlozer.
Daarbij was het Noorden vanuit Neerkant, onze uitvalsbasis op de grens Brabant en Limburg, een bloedeind rijden over een schamel wegennet, wat het exotische karakter van de concerten in dit ‘buitenland’ alleen maar versterkte. Geen van de podia waarop wij speelden, op Huize Maas in Groningen na, bestaat nog. Een zaal waarvan wij de naam zelfs niet meer weten werd na een concert van Red Wing met ons in het voorprogramma door de overspannen eigenaar in brand gestoken. Zoiets kon alleen maar in het Noorden gebeuren.
Meer nog dan Groningen was Friesland het echte Wilde Noorden. Dat had ook te maken met de onlesbare drankzucht van de Friezen. Nergens werd zoveel en met zoveel passie gezopen als daar. Het leek wel of begin jaren zeventig heel Friesland zich in een permanente staat van dronkenschap bevond.
Onze vaste speelplek in Friesland was het dorp Bakhuizen in Gaasterland oftewel Bakhuzen in Gaasterlân-Sleat.. Een klassieke zaal gelegen achter een café. Een dergelijk concert leek nog het meest op een scène uit een Lucky Luke stripverhaal. Het enige wat ontbrak waren vuurwapens maar alle andere ingrediënten zoals vechtpartijen, bloed, mooie meisjes en veel, veel drank waren ruimschoots aanwezig.

Trapkesfoto Molly Mackenzie

Het laatste optreden was wel bijzonder dramatisch.
Het bier werd in glazen geschonken die, al of niet nog gevuld, direct op de houten vloer kapot werden gesmeten. Binnen de kortste tijd lag er een centimeters dikke laag glas op de vloer vermengd met verschraald bier. Hierin werden de meisjes rond gesleurd.
Het mooiste meisje, we zullen haar nooit vergeten, werd bovendien regelmatig op het podium gegooid waar diverse mannen zich op haar stortten. Zo werd het er akelig bevolkt met erg dronken Friezen. Het liep dan ook niet goed af. Iemand stootte een versterker om die zo hard op mijn bijna 80 jaar oude 5-snarige Leedy banjo viel dat de kop van de hals werd gespleten. De toorn van een wanhopig banjospeler was zelfs deze dronken Friezen te veel en zij verlieten schielijk het podium.
De stemming was voorgoed bedorven en na een poging een schadevergoeding bij de eigenaar los te krijgen, werden ons zelfs de gebakken eieren, die wij na een concert altijd geserveerd kregen, onthouden.
We zijn er nooit meer teruggekeerd.

Jaap van Beusekom
(gepubliceerd in: CCC Inc. Een Band 1967-2007 (In de Knipscheer ISBN 978 90 6265 589)

Verhalen

Pijpen (2)

10 februari 2009

Huib1
Pijpen in bed gemaakt van een sigarenkistje

Huib2
Ruikertje pijpen

Huib3
Mondharmonicaspeler drinkt
eenzaam een biertje in een café dat leeggelopen
is omdat hij rookt

Huib4
Pakjes shag

Huib5
Nu de kredietcrisis bewijst
dat tempo nergens toe leidt, kunnen de sportschoenen
eindelijk weg en kunnen we weer op nette schoenen gaan
lopen, die bovendien veel gezonder zijn

Huib6
Cowboy met revolver
uit de Amerikaanse burgeroorlog

Huib7
Amerika 1

Huib8
Amerika 2

Huib Schreurs

Koorwerk

9 februari 2009

KOORWERK

Het idee kwam van Huib. Een koorwerk voor 100 popmuzikanten.
En, inderdaad, ze hadden allemaal gehoor gegeven aan onze oproep: Margriet Eshuys, Jerney Kaagman, Julia Loko, Maggie McNeal, Sandra Reemer, Mathilde Santing, Tineke Schoemaker, de meisjes van de Dolly Dots; Armand, Herman Brood, Hans Dulfer, Polle Eduard, Boudewijn de Groot, Robbie van Leeuwen, Thé Lau, Thijs van Leer, Kaz Lux, Jan Rietman, Jan Rot, Daniel Sahuleka, Wally Tax, Bram Vermeulen, Hans Vermeulen, de jongens van de Golden Earring, de Nits, De Dijk, de Cats, Het Goede Doel, Toontje Lager, Alquin, Solution, Doe Maar en nog veel meer.
Zij werden begeleid door een sectie van het Concertgebouworkest met onder anderen Werner Herbers, Vera Vingerhoeds en mijn schoolvriend Henk Barendregt, onder leiding van Jeroen Goldsteen, een andere schoolvriend die het orkestarrangement geschreven had, een kinderkoor en het mandolineorkest van mijn tante Enny.

het-koor-het-orkest

Kijk hoe ik het koor dirigeer en mijn vriend Jeroen Goldsteen (met stokje) het orkest. Joost achter de synthesizer.
Foto Molly Mackenzie

Ernst Jansz
(gepubliceerd in: CCC Inc. Een Band 1967-2007 (In de Knipscheer ISBN 978 90 6265 589)

Te zien op De Beelden van de Box, vol.XII uit 1984

Verhalen

Foto’s van Molly Mackenzie

1 februari 2009

Een selectie van de vele foto’s die Molly Mackenzie heeft gemaakt in de jaren 1967-1973 is in de fotogalerij opgenomen.
Een groot aantal ervan is al gepubliceerd in het fotoboek CCC Inc. Een Band (In de Knipscheer, 2007), maar er zijn ook onbekende foto’s bij en zelfs een aantal in kleur uit 1972, toen de film De geheimzinnigen Spieghelman op de boerderij van CCC Inc. werd opgenomen.

Molly Mackenzie schildert tegenwoordig, zoals op haar website te zien is.

Nieuws

OPROEP lijst met optredens (2)

1 februari 2009

Hoera! In oude agenda’s van Jan vonden we nog ruim 50 optredens! De lijst is bovendien aangevuld met de optredens uit 1994/95 en 2007/2008. We zitten nu totaal op 266, inclusief het lijstje van Patricia uit Amsterda, 50 optredens bezocht door een meisje dat daarvoor op 11 mei 1974 in Paradiso door ons een prijs kreeg uitgereikt (bloemen en wijn dus, en knuffels). Wat opvalt is dat, hoewel wij in 1972 en 1973 al enkele jaren in de Peel wonen, er enorm veel optredens zijn in Amsterdam en omgeving. Dat CCC wel eens het huisorkest van Paradiso en de Melkweg werd genoemd, lijkt ook niet overdreven, sommige perioden speelden we er bijna wekelijks. Zo bijgewerkt met bovendien de bijdragen van de andere inzenders, staat er nu dus al een heel aardig lijstje, hoewel enkele jaren nog geheel of vrijwel geheel ontbreken en we kunnen stellen dat we zeker 150 optredens per jaar deden, zo’n 3 gemiddeld per week het hele jaar door, zonder vakanties. Kom je toch al gauw op 750. Kortom, er ontbreken er nog een aantal. Wie weet er nog een paar?
De volledige lijst is te zien op INSIDE CCC INC.

 

Nieuws

Oproep

14 januari 2009

Ik ben bezig met het aanleggen van een lijst met optredens van CCC. Lijkt me leuk om een idee te krijgen waar en wanneer. Vooral de jaren 1967-1974. Zijn er mensen die daar nog iets van weten? (Andere jaren zijn ook welkom.)
Zo speelden wij zo ongeveer 35 jaar geleden, volgens onderstaande poster op 28 december 1973, kennelijk in Paradiso, Amsterdam. De lijst wordt na iedere reactie aangepast, met dank natuurlijk.

Nieuws

Aalsmeer, foto’s

4 januari 2009

Josine van Erp maakte prachtige foto’s in Aalsmeer, 14 december 2008. Meestal hou ik meer van zwart-wit, maar dit zijn schitterende kleuren! Af en toe net schilderijen van Vermeer. Zie de fotogalerij.
Ernst Jansz

Nieuws

Bijna de echte CCCInc!

19 oktober 2008

zoals je weet zijn er vele CCCinc’s. nu vond ik er één met twee dezelfde C’s als onze C! kijk eens op deze CCCinc

het kan heel verruimend zijn om eens niet met google te zoeken, maar met dogpile of met yahoo. luister bijvoorbeeld eens naar dezeCCCinc google kent je door en door, weet waar je woont, wat je ongeveer zoekt. google leidt je alleen naar bekende sites.

Joost Belinfante

CCC pakt credietcrisis aan!

15 oktober 2008

Als oudste promotor der americana in NL moest de CCC wel commentaar geven op het nieuwste amerikaanse importartikel: de credietcrisis. U ziet ons hier voor de deur van de NLBank. Zodra wij arriveerden vertoonde de geuniformeerde beveiliging zich teneinde ons weg te sturen maar het hoofd beveiligingen was het geheel met ons statement eens. De heer Wellink zelf was afwezig om in de USofA te redden wat er te redden viel.

Nieuws

CCC in HMH op youtube!

7 oktober 2008

ja ja nee der wiede wiede wiet!

Nieuws

50 jaar nederpop CCC valt op!

6 oktober 2008

het optreden van CCC t.g.v. 50 jaar nederpop in de bijlmerbiermuziekhal leverde een mooi stukje recensie in het dagblad Trouw op. Inderdaad, wij vonden het ook een saaie bedoening. Alsof iedereen eigenlijk in tuxedo had moeten komen. Wat mbt rock and roll wat raar is. waar waren trouwens de sex en de drugs? of hebben wij iets gemist?

Nieuws

Foto 50 jaar Nederpop

1 oktober 2008

Deze foto van 50 jaar Nederpop werd gemaakt voordat wij er achter kwamen dat CCC er in het geheel niet op voorkomt, sterker, wij worden in het geheel niet genoemd op deze box van de geschiedenis van 50 jaar Nederpop. Wellicht verklaart dat het geklaag van de organisatie van 50 jaar Nederpop in de Heineken Music Hall dat wij te lang zouden spelen. Alsof Nederwiet ter plekke kan worden ingekort!

Presentatie CD boxen

Jaap van Beusekom

De gelderlander nogmaals de St. Stevenskerk

29 juli 2008

CCC in de Sint Stevenskerk tijdens de 4daagse in Nijmegen

24 juli 2008

toespraak tijdens afscheid als directeur van het Nationaal Pop Instituut op 12 juni 2008

26 juni 2008

Popmuziek is verreweg de belangrijkste muziekontwikkeling geworden in de kunst en cultuurgeschiedenis van Nederland. Dit is geen privé-mening maar een simpele constatering die iedereen kan maken.

In 50 jaar heeft zich een muzikale stroming ontwikkeld die niet alleen een enorm publiek heeft gegenereerd evenals een omvangrijk circuit van podia en festivals maar ook, en wellicht het belangrijkste, een ware explosie heeft opgeleverd aan artistiek en commerciële vaardigheden die nooit eerder hebben bestaan in Nederland op dit gebied. Ook alleen al het feit dat de componist, de tekstschrijver en de uitvoerder in een en dezelfde persoon kunnen zijn verenigd is in de podiumkunsten niet eerder vertoond. Dat deze ontwikkelingen nu snel door de verschillende overheden zijn herkend, nou nee. Terugblikkend op mijn eigen muzikantenschap en 30 jaar Popinstituut kan je eigenlijk wel stellen dan popmuziek op niet veel respect van de overheid heeft kunnen rekenen.

Toen popmuziek in 1975 ongeveer 15 jaar bestond heeft de muzikant Huib Schreurs de Stichting Popmuziek Nederland opgericht en neergelegd in het zogenaamde Popplan.

Het Rijkskunstenbeleid was volop in beweging dankzij de roerige jaren zestig met de tomatengooiers en de notenkrakers die vernieuwingen afdwongen in het gesubsidieerde toneel en de klassieke muziek. Ook ging de rijksoverheid zich oriënteren op andere podiumkunsten buiten het domein van de hoge kunsten. Zo werd de jazz en geïmproviseerde muziek in het kunstenbestel toegelaten dus waarom ook niet de jongste loot op dit gebied, de popmuziek.

Na veel druk van buitenaf werd uiteindelijk naar aanleiding van het Popplan, in september 1977 schoorvoetend de SPN een bescheiden subsidie toegekend min of meer passend in het kunstenbeleid die door de toenmalige PPRminister Van Doorn was ontwikkeld

Deze toelating van popmuziek in het Rijkskunstenbestel werd zonder uitzondering door alle opvolgende directies kunsten als een historische vergissing beschouwd. Er waren wat kleine luwtes in deze weerstand onder het kortstondige ministerschap van André van der Louw en een langere tijd tijdens het ministerschap van Elco Brinkman, overigens verreweg de beste minister voor Kunst en Cultuur die Nederland ooit heeft gehad. Niet voor niks is onder zijn bewind het Podiumplan in 1984 ontwikkeld en gefinancierd uit een reorganisatie van het orkestenbestel.

Maar in feite werd met grote ijver door de verschillende directies kunsten op alle mogelijke manieren geprobeerd een einde te maken aan deze historische vergissing om popmuziek uit het rijkskunstenbeleid te subsidiëren. Een greep uit de argumenten om dit te kunnen bewerkstelligen: ‘Popmuziek kan alleen maar worden begrepen in haar commerciële betekenis en nooit in haar artistieke betekenis’, of, ‘Omdat er geen professionele opleiding bestaat voor popmuziek op de conservatoria bestaat er dus ook geen professionele popmuziek en dus ook geen professionele popmuzikanten. Alleen in de amateuristische kunstbeoefening kon men wellicht popmuziek aantreffen. Er zou geen volwassen publiek bestaan voor popmuziek maar louter en alleen een zeer jeugdig publiek. Toen tandenknarsend het Podiumplan werd geaccepteerd door de directie kunsten onder Brinkman kon men dan ook lezen tot de voorlaatste notitie hierover: ‘maar dat gebonk dient tot het laatste toe te worden bestreden’

Maar de onderliggende afkeer op het departement van deze muziek lag nog iets vileiner. Doordat het Rijkskunstenbeleid was doordrenkt van de socialistische ideologie ‘ de verheffing van het volk’ zagen de praktisch altijd uit de Pv/dA afkomstige topambtenaren met lede ogen aan dat het volk niet bezig was met zich te verheffen middels de gesubsidieerde klassieke, hogere podiumkunsten, maar dat het volk zich enthousiast stortte op het nieuwe fenomenen, de popmuziek. Dat kon toch niet de bedoeling zijn. Er heerste dan ook de hardnekkige gedachte dat indien een opgroeiende Nederlandse burger al vroeg kennis zou maken met de klassieke kunsten daar een betere burger uit zou groeien dat een opgroeiende burger die naar dat voortdurende gebonk aan het luisteren was.

Eind tachtiger jaren werd dit niet meer hardop uitgesproken maar daarna zeker nog wel gedacht maar denk niet dat deze gedachte tot op de dag van vandaag geheel verdwenen zou zijn. Ook bij het opkomen van de ‘hedonistische’ dancemuziek werd in hun afkeur hiervan deze verheffingsgedachte weer regelmatig door politici uitgesproken.

Maar het tij was natuurlijk niet meer te keren. De ontwikkelingen in de popmuziek buitelden in de jaren 80 en 90 over elkaar. Van de Nederlandstalige pop naar hiphop en rap naar een geheel nieuwe stroming: de dancemuziek, alles onlangs vastgelegd in het boek van Jan van der Plas over 50jaar popmuziek.

En nu, vandaag aan de dag lijken alle niches gevuld met muziek en publiek. Wat zal er nog volgen? En alles is ontwikkeld zonder noemenswaardige subsidies van de overheid afgezien die aan de SPN en het Podiumplan, voor zolang dat nog duurt. De schatkist profiteert al decennia van de inkomsten die door popmuziek worden gegenereerd. Maar wellicht was dit onbewust wel de grootste angst van al die directies kunsten. Een muzieksoort die zichzelf, zonder overheidssteun kon handhaven en ontwikkelen en dat ook nog geld oplevert.

Niet dat deze ontwikkelingen het ministerie weerhield van hun pogingen om van de SPN af te komen. Maar ook dat viel niet mee.

Inmiddels was toch de SPN, afgedwongen door deze ontwikkelingen en de adviezen van de Raad voor Cultuur, op een natuurlijke manier meegegroeid met de groei van de popmuziek in Nederland. En 10 jaar geleden werd het dan ook tijd voor een heroriëntatie en een herformulering van het aloude popplan. Alle onderdelen werden gerangschikt, in elkaar geschoven en op elkaar afgestemd en met name werd voor de buitenlandse promotie, door de SPN sinds 1988 ontwikkeld, een prominente plaats ingeruimd.

De naam werd veranderd in het Nationaal Pop Instituut, een nieuw gebouw werd gezocht en gevonden in het historische en dank zij ons gerestaureerde Fantasio en dat was dan ook tegelijkertijd het begin van het einde.

In de ogen van het ministerie kreeg het Popinstituut teveel macht en zo kon je onder de staatssecretaris Nuis al lezen in OCWstukken: ‘vraagtekens zetten wij bij de verdere institutionalisering van de Stichting Popmuziek Nederland. Ook de fusiegedachte naar één muziekinstituut kreeg in die tijd concrete gestalte.

Even leek het tij te keren onder Staatssecretaris Rick van der Ploeg maar al snel werd de aanval op het Popinstituut frontaal ingezet te beginnen bij het Podiumplan. Dat diende te worden afgeschaft. Dit subsidiesysteem diende immers louter en alleen voor de machtsuitoefening door het NPI aldus Van der Ploeg tijdens een VPRO-interview. Bepaalde Van Beusekom niet welke popgroep, en voor hoeveel en op welke plek deze speelde in heel Nederland? De werkelijkheid was echter dat het geld van het Podiumplan, 2 miljoen gulden, beschikbaar moest komen voor het nieuwe fonds, het FPPM. Uiteindelijk werd het podiumplan gered door de mobilisatie van de volledige achterban en een onderzoek met een positieve uitkomst over de werking van het Podiumplan. Wel verdween de uitvoering ervan naar het FPPM. Na deze halve overwinning door het departement kon de aanval serieus worden voortgezet. Een bestuurslid werd benaderd met het dringende verzoek mij te ontslaan als zijnde volstrekt incompetent, een tegenonderzoek werd gelanceerd met de veelzeggende titel: Is Everybody Happy? Met een heus voorwoord van de Staatssecretaris Medy Van der Laan. Tijdens de aankondiging ervan op Noorderslag lekte de verantwoordelijke ambtenaar dat er met geld van het Podiumplan zou zijn gesjoemeld door het Popinstituut. Er zou sprake zijn van financiële chaos ja zelfs fraude tijdens de muziekconferentie A2A. De departementale accountantdienst werd op ons afgestuurd

Niets onoorbaars werd gevonden tot grote, niet verhulde teleurstelling van het ministerie. En zelfs bij de bespreking van het jaarwerk 2007 enige weken geleden bleek dat de financiële regels voor het NPI andere, strengere normen en regels bestonden dan voor de overige fusiepartners.

Ook na het voortdurend saboteren van het departement van een nieuw buitenlandbudget,ondanks het succesvolle benoemen van de export van Nederlandse popmuziek door het innovatieplatform verzuchtte ik wel eens tegen Arjen: ‘hoe ver zouden ze eigenlijk willen gaan, zouden ze iemand kunnen inhuren die het gebouw in brand zou steken?’

En hun baas Balkenende maar doorzeuren over waarden en normen. Ja, onder de staatssecretarissen Van der Ploeg verloor het departement zijn fatsoen en onder Van der Laan haar verstand.

Maar goed, je zou kunnen zeggen dat ze uiteindelijk na 31 jaar hun zin hebben gekregen. Het Popinstituut verdwijnt als zelfstandige organisatie en gaat op in een fusie van één muziekinstituut: het Muziekcentrum Nederland.

Als u nu na dit verhaal denkt dat hier een wrokkig mens staat, Het tegendeel is waar. Ik voel mij een bevoorrecht mens. Op de laatste jaren na was het een geweldige tijd met ontzettend veel kansen. En inderdaad, met sardonisch genoegen heb ik talloze Directies Kunsten weerstaan met hun onzinnige argumenten om ervan af te komen. Overigens kon 10, 20jaar geleden veel meer dan nu, de vrijheid was veel groter om iets te kunnen ontwikkelen. Vandaag aan de dag zou het gewoonweg niet meer kunnen.

Teveel regels, teveel overheid.

En dan de vraag, is het erg dat popmuziek zo weinig subsidie krijgt. Mijn antwoord daarop is dus Nee. Koester je als popsector met een relatieve grote onafhankelijkheid en vrijheid. Die nemen namelijk drastisch af met het verkrijgen van subsidies. Kijk maar eens wat er terecht gekomen is van de podiumkunsten met instandhoudingsubsidies. Beperkt in publieksbereik, losgezongen van iedere maatschappelijke inbedding en terecht gekomen in een onwrikbaar, sovjetachtig systeem, bewaakt door de voormalige tomatengooiers en notenkrakers en omgordt door staat en politiek

Dit systeem verheft helemaal niemand en al helemaal de kunsten niet meer.

Je moet ook wel een behoorlijke hekel hebben als overheid aan deze kunsten om een dergelijk systeem voort te laten bestaan. In een interne OCWnotitie werd dit systeem de ‘legitieme verspilling’ genoemd.

Nee, ik voel mij een bevoorrecht mens omdat ik als muzikant en directeur van het Popinstituut, maar ook als penningmeester van Paradiso tussen 1975 en 1992 alle ontwikkelingen in de popmuziek direct en actief heb meegemaakt en mee heb kunnen ontwikkelen..

En nu is de cirkel weer rond, ik ben weer fulltime muzikant ook nog spelend in een band, CCCinc. waar het speelplezier van de muzikanten nog groter is dan 41 jaar geleden.

 

9 mei 2008

Jaap van Beusekom

XB-40 geweldig!

2 mei 2008

eindelijk een XB-40
aangeschaft. mondharmonica die zowel zuigen als blazen tonen kan buigen. het valt niet tegen! het ding is hard, en doet wat ie belooft. het lijkt waarchtig wel of je twee harmonica’s tegelijk bespeelt. aanrader. voor 100 euri, dat wel…

Joost Belinfante

CCC in 3voor12!

8 april 2008

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4 april stond CCC in Perron 55. Voor VPRO’s 3 voor 12 schreef Joost Bazelmans dit stukje en maakte er ook foto’s bij:

CCC Inc is een legendarische band, alleen al vanwege het feit dat zij als enige Nederlandse band in 1970 op het Holland Pop Festival stonden. Wanneer je dan ook nog kijkt wat de bandleden hebben betekend voor de Nederlandse popmuziek kun je alleen nog spreken van doorgewinterde muzikanten, die hun sporen in Nederland ruimschoots hebben verdiend maar daardoor niet te beroerd zijn om op een kleiner podium met ontzettend veel enthousiasme en plezier hun nummers op te dragen.

Het repertoire kenmerkt zich door folk en ouderwetse country, ondersteund door fidle, mondharmonica, dobro, gitaar, piano en accordeon. Een bas en drums zijn ook absoluut niet nodig om de kwalitatief goede muziek te ondersteunen, al is het wasbord dat door Ernst Jansz bespeeld wordt een heerlijke aanvulling op het akoestische assortiment.

Aangezien verschillende bandleden van CCC Inc later ook in Doe Maar terecht zijn gekomen, horen we ook nog twee nummers van deze formatie. Ernst Janz mag eerst het nummer ‘Tijd Genoeg’ ten gehore brengen, en enige tijd later wordt ‘Nederwiet’ ingezet, van een zeer opmerkelijke tekst voorzien door Joost Belinfante.

Mooie momenten genoeg tijdens het optreden. Veel wisselingen van instrumenten, heerlijk samenspel van Jan Hendriks op gitaar en Jaap van Beusekom op banjo of dobro. Maar ook het prachtige spel van Joost Belinfante op mondharmica en fidle, en natuurlijk ook van Huib Schreurs op de mondharmonica, zorgen voor kippevel momenten en luid aplaus vanuit de zaal.

Na een kleine twee uur spelen, inclusief toegift, hielden de muzikanten het voor gezien. Een avond vol goede muziek, goede muziekanten, goed publiek en een heerlijke nostalgische sfeer.

Joost Bazelmans (ook foto’s)

 

Zie ook http://3voor12lokaal.vpro.nl/magazines/news/index.jsp?portals=93891&magazines=93892&news=958181

Nieuws

Wil de echt CCCInc opstaan!

28 maart 2008

Als je denkt dat de naam CCCInc. van ons uniek is, nee dus. Onze afkorting van Capital Canal City Incorporated bestaat in talloze vormen van kerkgenootschappen tot terreurgroepen. Dankzij Google komt het allemaal boven water.

Vooruit, een kleine bloemlezing:

Cross Cultural Collaboration Inc. om de culturele uitwisseling met Ghana te bespoedigen en wat te denken van de Cotton Gin Machinery and equipment specialist onder de afkorting CCCInc.Albany Georgia in de USofA

Creative Communications Consultants, een marketing agency in Minneapolis en de Community Counseling Centers Inc. een nonprofit organisatie uit Arizona

En dan die vage CCCInc. Specializing in Everything iets met Robloxians en de Copyright Clearence Center en de Consolidated Contracting & Consulting Inc. Een klassieke auto koop je bij California Custom Coach

Een mooie is de Chinees Catholic Community en de Christian Care Centers Inc. en de Christian Corporate Concepts Inc.

Uit Australië is er dan de Community Child Care en uit Duitsland de Chaos Computer Club

Alles wat kan rijden en vliegen wordt gemaakt door Colorado Composite Concepts Inc. en voor credit articles(?) moet je bij AAA CCCInc. in Houston zijn. In de sector screening is de Crime Check Compliance Inc. de beste.

De oude Civilian Conservation Corps is tijden de New Deal opgericht en de Cellules Communistes Combattantes is opgerold in 1985 na een aantal terroristische aanslagen in België.

We bevinden ons dus in goed gezelschap

Jaap van Beusekom

Jaap van Beusekom

Dood

24 maart 2008

Hugo Claus is overleden. Op de dag van de opening van Huib’s boekwinkel. Nu hebben dus mijn twee grote helden van het woord hun laatste zin geschreven: Jan Wolkers en Hugo Claus.
Wie was ik zonder hen?
Ik herinner mij Claus’ eerste roman: De Metsiers. Hoe die bij mij insloeg als een bom. Zo zou ik ook willen schrijven, dacht ik. Zo meeslepend. Zo direct. Rijk vond ik zijn taal, rijk en mooi, onze taal, onze Nederlandse taal. Dat was in 1961.
Ik was 12, 13 en ontdekte in zijn woorden de sensuele liefde voor de vrouw, het meisje. Het goddelijke dat doorschemert in de sexualiteit, het schemergebied waarin elke puber ontwaakt. Het was 1961 en wij hadden nog een heel leven te gaan.

Ernst Jansz

Persbericht!

29 februari 2008

CCC gaat echt touren! en dat gaat niet zomaar. vergaderingen, boekingen, repetities, zelfstudie voor allen, een stroom van e-mail, en, natuurlijk een PERSBERICHT!

Nieuws

amerikaanse bami!

11 februari 2008

wij werden gewezen op een artikel van Wim Noordhoeks avondblog over CCC inc. nieuws over vroeger! Amerikaanse Bami! je vindt het hier

Nieuws

tjongejonge trouw!

24 januari 2008

12 januari verscheen een recentie van Het Boek en De Doos. Het is duidelijk: kopen dat boek en die doos! (bestellen bij www.fonos.nl ) Lees zelf, het artikel staat hier.

http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1303348/2008/01/12/Klinkende-afkorting.dhtml

Nieuws

gelukkig nieuwjaar

30 december 2007

gelukkig nieuwjaar! en, MET autoharp.

Nieuws

kleine dictatuur na staatsgreep

5 november 2007

Dat gaat nu weer meteen mis. Er had moeten staan:

Ik ga hier op de log een kleine dictatuur vestigen. Dat is bij deze gebeurd.

Dat ’te’ van daarnet had er niet mogen staan. Lag aan de webredactie en die is inmiddels verbannen.

Wet 1. Fietsen

A. Vanaf heden mag er alleen nog gefietst worden op fietsen in de kleuren blauw en groen. Grijze en bruine fietsen zijn nog toegestaan, maar als het er teveel worden, kan dat alleen nog na goedkeuring van een in keurig handschrift ingediend verzoek.

B. In tegenstelling tot een standpunt van twintig jaar terug mag de sturmey-archer versnelling vervangen worden, vanwege technisch wanpresteren van de fabrikant.

C. Van die kleine misselijke bakfietsjes waarin kinderen vervoerd worden zijn vanaf heden voor vrouwen verboden. Staat nergens naar, evenals trouwens blokhakken, die ook verboden zouden moeten gaan worden.

Huib Schreurs

kleine dictatuur

5 november 2007

Ik ga hier op de log een kleine dictatuur te vestigen. Dat is bij deze gebeurd

Wet 1. Fietsen

Huib Schreurs

Pijpen

4 november 2007

nu betere foto reunie !!

4 november 2007

17 november Jaarbeurs!

30 oktober 2007

17 november speelt CCC tussen 14.00 en 15.00 uur in de Jaarbeurs te Utrecht en zal de box en het fotoboek worden verkocht voor een speciale prijs!

Er is daar een platen- en verzamelaarsbeurs. Alles is er, wat verzameld kan worden! En dat is echt alles, aangezien het verzamelen de mensch in de genen zit…

Nieuws

nederlands dagblad

28 oktober 2007

ook in het ND verscheen een artikel over CCC inc. hetstaat ook op de website van de krant.

Nieuws

alles over de box!

25 oktober 2007

er blijkt toch verwarring en onduidelijkheid over de nieuwe CCC-Box en zijn verkrijgbaarheid te zijn ontstaan. daarom in bijgaand artikel alles over ‘de doos’. Wat zit er in en waar te bestellen.

Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van CCC is een box uitgebracht met het verzameld werk 1967-2007

De box bevat de volgende CD’s:

Volume I De eerste opnames, 1967

Volume II Opnames van de VPRO en Lennaert Nijgh, 1968-1969

Volume III To our Grandchildren, 1970

Volume IV Watching the Evening Sun + 3 bonustracks,
1970-1972

Volume V Castle in Spain + 3 bonustracks,
1973

Volume VI CCC Forever, 1974

Volume VII Van Beusekom, 1984

Volume VIII Speed & Intensity, opnames
1980-1989

Volume IX Jan, opnames 1987-1997

Volume X Optredens en Vakantiehuisjes, 1993-2007

Volume XI Oddities, merkwaardige singles, gedenkwaardige
opnames

En de DVD:

Volume XII, De film van Flip Jansen, 1972 en opnames uit Paradiso,
1984

De box bevat ook een fotoboek met veel foto’s van Molly Mackenzie uit de
periode 1967-1973 en is uitgebracht en te bestellen bij Fonos, Instituut voor
Beeld en Geluid, te Hilversum,
www.fonos.nl

Het fotoboek, uitgegeven bij In de Knipscheer, is ook los te verkrijgen
in de boekwinkel en bevat 28 pagina’s informatie over de CD’s plus als bonus de
CD ‘The Best of’. ISBN 978-90-6265-589-2

Nieuws

CCC Inc in Vrije geluiden

25 oktober 2007

Zondag, 28 oktober Nederland 1 10.25 CCCinc. te horen en te zien in Vrije Geluiden

Nieuws

CCC in de virtualiteit!

25 oktober 2007

recenties van het fotoboek en ‘de doos’ zijn op div plaatsen op het net te vinden.

Nieuws, Uncategorized

Box bestellen bij Fonos

21 oktober 2007

De box is te bestellen bij http://www.fonos.nl/
de website van het Instituut voor Beeld en Geluid en bij de Plato platenzaken in
het land.

Het fotoboek van Uitgeverij In de Knipscheer uit Haarlem is los in de
boekhandel verkrijgbaar inclusief de Best Of cd ISBN 978-90-6265-589-2

Nieuws

Boxpresentatie Melkweg

21 oktober 2007

Op zondag 21 oktober is de boxpresentatie van CCCinc. in de Melkweg in
Amsterdam

aanvang 20.30 en de toegang is € 17,50

De box wordt in de Melkweg voor de speciale prijs van 65 euro
verkocht

Het fotoboek inclusief de Best Of cd is 29,90 euro

Nieuws

CCC op TV!

13 oktober 2007

wij meldden al dat de mediabelangstelling groot was n.a.v. het Fotoboek en de
Doos. Binnenkort, deze maand nog, zijn er meerdere TVoptredens te verwachten. 23
oktober zal CCC te gast zijn in het programma De Wereld Draait Door. de 28ste is
CCC te zien in VPRO’s Vrije Geluiden. De uitzending van dat programma vindt in
de ochtenduren plaats. Joost maakt zijn opwachting voor omroep brabant in het
programma Walhalla.

Nieuws

filmpjes op youtube!

12 oktober 2007

CCC inc. heeft nu, behalve een plek op myspace ook filmpjes op youtube! Ze zijn ook via deze site te zien. Kijk bij de weblogs

Nieuws

CCC Inc nu ook op Youtube

11 oktober 2007

Belangstelling

10 oktober 2007

De belangstelling is gewekt door het verschijnen van het Fotoboek en de Doos.
Vannacht nog tussen 2 en 4.30u zullen Jaap en Joost te horen zijn in het radio1  programma Over de schutting.

Nieuws

Box-presentatie CCCinc. Melkweg

9 oktober 2007

Op 21 oktober a.s. zal CCCinc. de CCCbox presenteren met daarin 11 cd’s, een
dvd en een fotoboek

Nieuws

Box presentatie CCCinc.

18 september 2007

Op 21 september is de perspresentatie bij het Instituut voor Beeld en Geluid op het Mediapark

Op zondag 21 oktober is de boxpresentatie in de Melkweg in Amsterdam

Nieuws

met OCOBAR

12 juli 2007

het is erg leuk op de parade met OCOBAR en JWRoy! 17 aug. laatste keer in a’dam..

metOCOBAR4

ocobar-jwroy-jb

Joost Belinfante

murderballad

4 juli 2007

Jaap3

‘JvB speelt murderballad op de persconferentie van de maand van het spannende boek’

Jaap van Beusekom

joost op de parade

20 juni 2007

joost  speelt volgende week op de parade in R’dam in een met de singer/songwriter
J.W.Roy en de band Ocobar (waarin de onnavolgbare Cok van Vuuren op snaren). een
heerlijk countryrepertoire voor de latere uurtjes, maar best opzwepend ook
hoor!

PARADE

Orangerie

21.30
uur

25 juni Rotterdam
6 juli Den
Haag
17 augustus Amsterdam

ZOMERZONDAGEN

Rotterdam/park
Euromast

15.30 uur

8
juli Rotterdam

Nieuws

presentatie 11CD box – 21 september 2007

29 mei 2007

In 1967 werd de Americana-formatie CCC Inc. opgericht, een uiterst succesvolle band in het Nederlandse club- en festivalcircuit. Zij speelden als enige Nederlandse band op het hoofdpodium van het Kralingenfestval van 1970.

Na 1974 houdt de band officieel op te bestaan en gaat ondergronds.

Regelmatig worden er korte tournees gehouden en er verschijnen nog een aantal LP’s en CD’s.

‘ Inmiddels zijn we 40 jaar verder. Vandaag betekent CCC Inc.: een club van vrienden, die er al 40 jaar genoegen aan beleven om zo nu en dan bij elkaar te komen, te kletsen, en muziek te maken.

In 40 jaar gebeurt alles. Avontuur, haat, liefde, ontrouw, krankzinnigheid, dood. Alle grote gevoelens en gebeurtenissen hebben we als clubje meegemaakt. En dat kun je aan de muziek horen. Het is doorleefd. Wij zijn zelf degenen geworden waarover we vroeger zongen.

Ook is er in 40 jaar niets veranderd. Er is dezelfde energie. Overrompelend, explosief soms. Er is hetzelfde plezier in het spelen. Er zijn de liedjes, die tijdloos bleken. En er is het leven, dat doorgaat, met passie en emotie. Zo hebben de vriendschap en de muziek zich ontwikkeld als een goede viool. Door de tijd is de klank mooier en intenser geworden’.

Op 21 september 2007 wordt er een box gepresenteerd bij het Instituut van Beeld en geluid op het Mediapark met daarin 11 CD’s en een DVD waarin al het werk van CCC is opgenomen van 1967 tot en met 2007. Tevens verschijnt er bij uitgeverij In de Knipscheer een bijbehorend fotoboek met daarin honderden foto’s van de fotografe Molly Mackenzie die zij heeft gemaakt tussen 1967 en 1974.

De presentatie zal het begin zijn van een nieuwe reeks optredens.

CCC Inc. bezetting

Joost Belinfante, viool, mandoline, mondharmonica, zang

Jaap van Beusekom, autoharp, banjo, dobro, zang

Jan Hendriks, gitaar

Ernst Jansz, accordeon, piano, wasbord, zang

Huib Schreurs, mondharmonica, zang

Meer informatie en geluid staat op WWW.CCCinc.nl en WWW. Myspace/oldmenCCC

 

Boekingen; The Alternative 015-2154212, info@thealternative.nl

Nieuws

banjo stemmen

19 april 2007

applaus

14 april 2007

dessinee_mabel
muziekgebouw aantij overleefd. twas trouwens gewoon leuk! en de door mij gemaakte fouten zijn allang weer verklonken…

Joost Belinfante

de speciale bepaling

4 april 2007

nou, dat blijkt de filmmuseumbiennale te zijn die de elfde geopend wordt daar aan t ij.
ik wordt al enigszins nerveus van de gedachte. we zijn druk aan het repeteren natuurlijk. in het filmmuseum.
nu nog in het vondelpark te amsterdam in het voormalige ICC gebouw. ik heb daar al veel voetstappen liggen.
het interieur van 1 van de 2 filmzaaltjes is naar ik meen overgebracht vanuit het pornobioscoopje ‘parisien’ aan de nieuwendijk. het is ongetwijfeld goed schoon gemaakt. toch hangt er iets, door de speciale bepaling die minister van agt in een wet had laten opnemen met het oog op dergelijke pornobioscoopjes. daarbij werd ‘parisien’  steeds met name genoemd. nu heb ik nog ergens het gevoel dat er sperma van dhr van agt aan de muur kleeft, in het voormalige ICC gebouw.

Joost Belinfante

dit ben ik

19 maart 2007

joost06Deze man ben ik

Joost Belinfante

11 april aan ’t ij

19 maart 2007

joost speelt 11 april voor het eerst in het muziekgebouw aan het ij. in het orkestje van fay lovsky ter begeleiding van de zwijgende film:”floor below” ,
“haar overwinning” , een film van het filmmuseum.

Nieuws

met Norris Bennett in New York

31 januari 2007

jaap&norris_w
Jaap met Norris tijdens een showcase in het Chelsea Hotel in New York november 2006.

Jaap van Beusekom

Molenbeekstraat

14 januari 2007

Alles over Molenbeekstraat vindt u op deze site ook terug via de speciale themapagina

(Geactualiseerd: groot video-interview met Ernst Jansz op faceculture)

De dernière, het laatste optreden van de theatertournee Molenbeekstraat was 10 december in de Leidse Schouwburg. Molenbeekstraat gaat in het seizoen 2007/2008 in reprise.

De speciale gelimiteerde editie van Molenbeekstraat is verkrijgbaar bij de Stichting Tong Tong in Den Haag.

Nieuws

Molenbeekstraat

14 januari 2007

Alles over Molenbeekstraat vindt u op deze site ook terug via de speciale themapagina
(Geactualiseerd: groot video-interview met Ernst Jansz op faceculture)

De dernière, het laatste optreden van de theatertournee Molenbeekstraat was 10 december in de Leidse Schouwburg. Molenbeekstraat gaat in het seizoen 2007/2008 in reprise.

De speciale gelimiteerde editie van Molenbeekstraat is verkrijgbaar bij de Stichting Tong Tong in Den Haag.

Ernst Jansz

Album Jan

13 november 2006

1. Rye Straw (trad.)
2. Dying on the Vine (J. Cale)
3. Wayfarin’ stranger (trad.)
4. Little Maggie (trad.)
5. 900 Miles (trad.)
6. Worried Man Blues (trad.)
7. CooCoo (trad.)
8. Jan (Kloos)
9. Once I lived the Life (trad.)
10. Who’s gonna shoe (trad.)
11. Run for your Life (Lennon / McCartney)
12. Rye Whiskey (trad.)
13. Erg Schots (Belinfante)
14. Diggy Liggy Loo (trad.)
15. Lulu (J. Nielsson)
16. Mississippi Sawyer (trad.)
17. Black Girl (trad.)
18. Blue Ridge Mountains (trad.)
19. Strange Loop (Kloos)

De Muzikanten:
Joost Belinfante
Jaap van Beusekom
Ernst Jansz
Jan Kloos
Huib Schreurs

 

Alle traditionals arr. CCC

Met medewerking van:
Jan Hendriks (6, 11, 13, 14, 16)
Jan Pijnenburg & Henny Vrienten (16)

Techniek en Produktie:
Ernst Jansz

Zaalmix concerten:
Gé van den Donk & Mies Sleegers

Editing en Mastering:
PVM Studio, Deurne

Grafisch ontwerp:
Vanessa van Dam

Fotografie:
Gertjan Kocken

 

Jan is uitgebracht in 2001 door V2 Records (VVR1015332)

Nieuws