Start > Verhalen > To our Grandchildren

To our Grandchildren

14 februari 2009

14-02-2009

TO OUR GRANDCHILDREN

Na de kleine revolutie van ’68 verdween de verzuild georganiseerde jeugdsoos uit de jongerencultuur. De commerciele disco bestond nog niet. De vooroorlogse dancing leidde een zieltogend bestaan. Overal in het land zetten jongeren zelf hun clubs op. Kleine schuurtjes bekleed met kussens in de dorpen, heel serieuze uitgaansgelegenheden met volwaardige podia in de steden. Het resultaat was een alternatief circuit waar bandjes als CCC Inc zich konden laten horen. Toen CCC Inc in dat circuit eenmaal een gevestigde naam was, begonnen de platenmaatschappijen geinteresseerd te raken. BOVEMA meldde zich.
Voordat de opnamen konden beginnen moest er onderhandeld worden. De platenmaatschappij was niets meer of minder dan de vijand. En dat dan niet in zakelijke zin, maar ideologisch. Wij kwamen uit ’68, alles voor allen, hoe dan ook. Maar hoe konden wij tot samenwerking met het grootkapitaal komen zonder in ‘het systeem’ te worden ingekapseld en onze identiteit als hippies te verliezen? Het kwam er op neer dat wij streden voor een zo laag mogelijke verkoopprijs van de LP zodat hij voor ons jonge publiek betaalbaar zou zijn. Onze eigen verdiensten beschouwden wij als irrelevant. De heren van BOVEMA zullen in hun vuistjes gelachen hebben…
En dan was het zover. Naar de studio!
De studio had de uitstraling van een kantoor. We deden er alles aan om er wat huiselijkheid in te brengen. Vrouwen en honden kwamen mee.
Eten hadden we bij ons en werd ter plaatse klaargemaakt. Volgens het opgeschrikte studiopersoneel echter smeerden we voornamelijk overal pindakaas aan.
En dan de opnamen. Wat een werk om in de studio de juiste balans te vinden. Uren gingen ermee heen. Gitaar een stukje naar rechts, banjo een stukje naar achteren, hier een schermpje geplaatst, daar een microfoon verhangen.

Studio-Huib-en-AppieHuib en Appie in de Bovema Studio
foto Molly Mackenzie

 En als alles dan eindelijk in orde was en we alle instrumenten tegelijk opnamen wilde niemand ook maar het kleinste foutje maken. Dat gebeurde natuurlijk toch. En dan maar doorgaan totdat iedereen tevreden was. Maar wat klonk dat goed in zo’n echte studio! We voelden ons al een echte popgroep. Als je ’s avonds na de opnamen die saaie Heemsteedse straat op stapte, en je had de sterren van de hemel gespeeld, vroeg je je af waarom er geen juichende massa op de stoep stond.

Joost Belinfante
(gepubliceerd in: CCC Inc. Een Band 1967-2007 (In de Knipscheer ISBN 978 90 6265 589)

Verhalen