Start > Onze instrumenten > De Mondharmonica

De Mondharmonica

1 januari 2012

De geschiedenis van de Mondharmonica

Evenals de concertina behoort de mondharmonica tot de familie van de vrije-rietinstrumenten. Het blaasinstrument is afgeleid van de ruim 3000 jaar oude Chinese ‘Sheng’ , een Chinees mondorgel, oorspronkelijk een kalebas en later gemaakt van bamboepijpen. Dit instrument bereikte Europa in de 18e eeuw waar het principe van dit rietinstrument werd gebruikt voor de ontwikkeling van diverse instrumenten zoals de accordeon, concertina en saxofoon.

Sheng

De mondharmonica, of het mondorgel werd in 1821 uitgevonden door een Duitse klokkenmaker Christian Buschman die een vierkant houten frame met 15 pijpjes construeerde waardoor geblazen moest worden om de tonen op te wekken. Later schijnt ene Joseph Richter in 1826 het prototype van de huidige mondharmonica te hebben ontworpen, de ‘ Vamper’ geheten, met 10 blaasgaten waardoor door zuigen en blazen metalen lipjes, de rieten, gaan trillen die verschillende tonen produceren.
In 1857 begon Matthias Hohner, ook een klokkenmaker, deze mondharmonica met 10 blaasgaten in grote aantallen in Duitsland te fabriceren en exporteerde deze ondermeer naar de Verenigde Staten. Zijn mondharmonica’s zijn diatonisch dat wil zeggen dat er een andere toon klinkt bij het zuigen en blazen, zoals het geval is bij het bespelen van de concertina.

Er bestaat ook een in 1918 uitgevonden chromatische mondharmonica uitgevoerd met een schuif om alle tonen in een octaaf te kunnen bereiken die veelal in de jazz (en soms in de blues) wordt gebruikt zoals door Toots Thielemans en Stevie Wonder. Deze geschiedenis gaat alleen over de mondharmonica die in de folk en popmuziek wordt gebruikt: de diatonische mondharmonica die in verschillen toonsoorten te krijgen is.

Het instrument werd lang als onvolwaardig en inferieur beschouwd en werd pas in 1958 als volwaardig instrument erkent door de Americain Federation of Musicians.

Matthias Hohner

Het instrument werd razendsnel populair in Amerika. Ronald Reagen en Abraham Lincoln bespeelde het evenals Wyatt Earp en Billy the Kid en beide partijen in de Amerikaanse burgeroorlog gebruikten het kleine en daardoor makkelijk te vervoeren instrument als begeleiding voor allerlei muziek zoals folksongs, fiddletunes, marsmuziek en kerkmuziek.

Uiteindelijk kwam de mondharmonica ook terecht in het Diepe Zuiden waar hij deel uit ging maken van de zwarte muziek. W.C. Handy (1873-1958) uit Alabama (componist van o.a. Memphis Blues en St Louis Blues)herinnerde zich dat hij iemand op de mondharmonica het geluid van een trein hoorde imiteren. De ontdekking dat je de toon kon veranderen door de blaasdruk te variëren en zo ‘bluenotes’ kon reproduceren zal aan de populariteit in de zwarte muziek sterk hebben bijgedragen. De ‘Bluesharp’ was geboren. Toen in de jaren ’20 van de vorige eeuw toen platenmaatschappijen op zoek gingen naar zwarte bluesartiesten was de mondharmonica een heel algemeen geluid in het Zuiden van de VS geworden. Door de massale trek na de grote overstroming van de Mississippi in 1927 van de Zuidelijke zwarte bevolking naar het stedelijke noorden en dan vooral Chicago, ontstond een variant op de Country blues, de City blues of de Chicago blues, die Bluesharp giganten voortbrachten als bijvoorbeeld Sonny Boy Williamson 1&2 en ‘Little Walter’ Jacobs. Deze Little Walter (1930-1968) nam op 12 mei 1952 zijn eerste monharmonica-instrumentaal ‘Juke’ op dat vervolgens 8 weken nummer 1 stond in de Billboard R&B charts.

Hiermee was de ‘bluesharp’ definitief geïntroduceerd bij het grote publiek. De harpspeler Hammie Nixon (1908-1984) maakte zijn eerste opname met Sleepy John Estes in 1929 en zou 50 jaar met hem blijven spelen. Hij was de eerste die de mondharmonica ging gebruiken als een begeleidingsinstrument in een band, zoals in de Memphis Beal Street Jug Band, anders dan het gebruik als solo-instrument.


Hammie Nixon en Sleepy John Estes en hieronder: de Beal Street Jug Band

De muzikanten uit de tweede ‘Bluesharp’ generatie, als Paul Butterfield (1941-1987) en James Cotton, introduceerden de mondharmonica in de popmuziek en hij is daarin te horen tot op de dag van vandaag. Mick Jagger, John Lennon, Neil Young, Bob Dylan en vele anderen spelen mondharmonica.

 
Paul Butterfield en James Cotton

In de Folkmuziek is de mondharmonica op een andere manier terecht gekomen. In de entourage van muzikanten rond Woody Guthrie is het duo Sonny Terry and Brownie McGhee het meest opvallend. De mondharmonicaspeler Sonny Terry heeft een geheel eigen stijl en speelde zowel met zwarte bluesmuzikanten als blanke folkartiesten.
Wij hebben ze nog gezien, verbazingwekkend, evenals Sleepy John Estes, Son House en Bukka White op het Americain Folkblues Festival, in 1967  in het Concertgebouw.  Een ongehoorde ervaring evenals het feit dat dergelijke delta blueszangers in het Concertgebouw in Amsterdam op hebben getreden.


Sonny Terry en Brownie McGhee

De singer/songwriters ontdekten de mondharmonica als een handige en mooie aanvulling op de klank van de gitaar, waar Dylan de bekendste is. Ook Bruce Springsteen en Neil Young gebruiken het veelvuldig.

  
Bob Dylan, Bruce Springsteen, Neil Young

Een heel aparte mondharmonicaspeler was De Ford Baily (1899-1982), kleinzoon van een slaaf en de eerste zwarte muzikant in de grote radio country show The Grand Ole Opry. Baily was geboren in de staat Tennessee en leerde al op driejarige leeftijd toen hij polio kreeg mondharmonica spelen. Hij zei daarover “My folks didn’t give me no rattler, they gave me a harp, and I ain’t been without one since.”

In 1918 verhuisde hij naar Nashville en had zijn eerste radio-optreden in 1926. De jaren daarna maakte hij een aantal platen voor verschillende platenmaatschappijen. Als één van de eerste artiesten van het radiostation WSM en zijn programma The Grand Ole Opry speelde hij talloze keren voor de radio tussen 1927 en 1941. Hij toerde met in die tijd beroemde country-artiesten als Uncle Dave Macon, Bill Monroe en Roy Acuff. Overigens een niet geringe prestatie voor een zwarte muzikant om in die tijd in het Zuiden te spelen, en vooral eten en logies te vinden onder de discriminerende Jim Crowwetgeving. Baily werd in 1941 ontslagen bij het radiostation WSM na een onduidelijk conflict met de auteursorganisaties BMI-ASCAP waardoor hij zijn best bekende nummers niet meer mocht spelen. Hiermee eindigde zijn carrière en ging in zijn onderhoud voorzien met schoenpoetsen en kamerverhuur. Hij trad nooit meer op behalve nog één maal in 1974 in The Grand Ole Opry in de eerste jaarlijkse Old Timers Show. In 2005 werd hij opgenomen in de Country Hall of Fame.

en zijn beroemdste nummer Pan American Blues


De Ford Baily

In de bluegrass en countrymuziek is de mondharmonica verder een redelijk schaars instrument gebleven. De belangrijkste speler is Charlie McCoy die met talrijke muzikanten heeft gespeeld van Elvis Presley, Bill Monroe tot Johnny Cash en Bob Dylan.


Charlie MacCoy

“Two of my favorite things are sitting on my front porch smoking a pipe and playing my Hohner harmonica ” –
Abraham Lincoln tijdens zijn presidentschap

Jaap van Beusekom
mei 2011

Joost:
“ik gebruik allerlei typen .De pro-harp gromt lekker in het laag. De meisterklasse is heel zilverachtig van toon. De golden melody doet haar naam eer aan. ze heeft een mooie volle toon. heel geschikt voor een solo met een duidelijke melodie.
In Midnight Special gebruik ik een UB-40. Deze laat zich nagenoeg chromatisch bespelen. hij klinkt ook een béétje richting Toots Tielemans.
Dat waren allemaal modellen van Hohner.
de UB-40 maakt gebruik van een tamelijk nieuwe technologie bij de mondharmonika. Door slimme ventielen kun je op de UB-40 de tonen zowel zuigend als blazend afbuigen.
Suzuki maakt dat nu ook maar die moet ik nog proberen.
Verder maak ik opnamen met de 1847 van Seydel . Die heeft stalen rieten i.p.v koperen. Heel precies bestuurbaar, maar iets te fijnzinnig voor op het podium”.
Seydel is een van de oudste harmonicamerken (1847)uit Duitsland en heeft zelfs de Oost-Duitste tijd overleefd.


Joost en Huib, VPRO opnames in de KRO Studio, 1968
(foto Molly Mackenzie) 

Onze instrumenten